woensdag 23 augustus 2017

Wolkenhemel

Meer dan vier jaar geleden sinds ik mijn laatste bericht postte en de laatste tijd voel ik weer de behoefte om te schrijven. Het onrustige hoofd danst nog steeds rondjes binnenskamers en de storm baant zich nog steeds een weg doorheen de kolkende grijze massa.

En toch... toch is er in die vier jaren vanalles en nog wat gebeurd... teveel om op te noemen en tegelijkertijd ook misschien niet om allemaal zomaar in de eerste alinea's te delen...

Al is er iets waar het hart van overloopt en waar elke vezel van mijn lijf zich zodanig mee verbonden heeft dat ik dat niet zo maar kan parkeren tussen de regels. Ik ben mama. Mama miss abnormalia... Al is het absurd dat te denken en behoor ik ongetwijfeld tot de groep waar meer eenheid in zit dan eenieder zou denken of wensen... niks abnormaals aan.

Twee jaar al... en om dat in woorden uit te drukken zou ik het oneer aandoen en tegelijkertijd voelt het onrespectvol om erover te zwijgen... onze zoon, onze lieve kleine man... Met de mooiste ogen van de hele wereld kan hij me aankijken, met de zachtste handen kan hij zich in de mijne begraven... Zoveel over te vertellen en tegelijkertijd om over te zwijgen, om het te bewaren, dicht bij me.

Het hoofd nog steeds onrustig, de job veranderde, een stap verder dan voorheen... Een huis dat verbouwd zal worden en een miss die nog steeds zoekende is. Op en top Vlaams dus, al voel ik me niet nationaal verbonden...
Nog steeds zoekend naar perfectie en nog steeds elke dag falend daarin. Ik leef vooral in mijn hoofd, nog steeds... Dat maakt het niet makkelijk om mee samen te wonen. Ik doorprik mijn eigen wolken soms maar af en toe parkeer ik de dingen er graag en loop ik verloren in mijn eigen mist.

Maar ik schrijf... voor het eerst sinds lang... niet wetend waarheen dit zal leiden, voelend met de vingers doorheen de mist in mijn hoofd.

Misschien breek ik wel terug door de wolken.


dinsdag 9 juli 2013

D-day


Zaterdagmorgen en ik ben wederom veel te vroeg wakker. Benieuwd naar de dag en anderzijds dat gevoel van binnenin dat al een hele week sluimert: ik wil dat het stopt… Het idee speelde zelfs in mijn hoofd deze dag af te zeggen. Gewoon ‘teveel’… en ik wil vooral dat dit gevoel stopt… Die onzekerheid, die ‘in between’… Maar doorheen de week heb ik tegelijk telkens de reflex gehad om te ademen, niet overhaast te handelen en deze zaterdag af te wachten.

De zon schijnt en het is warm en ik besluit in plaats van met de tram met de fiets te gaan. Een half uurtje de trappers rond draaien en ten volle genieten van die eerste echte zomerdag. The National in mijn oren. Het nieuwe album ken ik ondertussen vanbuiten en ik zing af en toe zelfs mee.

It's fireproof
Nothing breaks your heart
It's fireproof
It's just the way you are

Ik ben iets eerder op de afspraak, lees nog wat en even later zie ik hem glimlachend op me af komen met fiets. Hij rinkelt en ik weet waarom.

We kiezen een nieuwe zonnebril voor hem en fietsen naar een plek om op een terras te ontbijten. Wat moet een mens meer hebben om de dag mee te beginnen?

Om 14u moeten we in Gent zijn’… De dag bleef vaag en spannend en hoezeer ik graag de controle in handen heb, het beviel me wel. Ik zei hem dat ik geen idee had. ‘Veel buiten’, ‘dockingstation voor muziek’, ‘Gent’… Geen idee.

Wederom op de fiets door de stad naar zijn appartement. ‘Koude champagne’ werd toegevoegd aan het lijstje en nog steeds had ik geen idee.

Ik betrap me erop dat de glimlach niet te onderdrukken is. De auto in en de gps wordt ingesteld en ik mag niet kijken. Eens geparkeerd heb ik nog steeds geen idee. We wandelen even en hij vraagt of ik het nu nog niet weet. Ik kijk verbaasd maar merk aan de overkant bootjes waar op staat ‘te huur’… ‘Gaan we bootje varen?’. ‘Ja, maar niet in die bootjes, in deze’ en hij wijst naar de boot die langs deze kant van de oever ligt… Wauw… mijn ogen worden groter, mijn mond een beetje open en terug dicht en het enige wat je van mijn gezicht kan lezen is verbazing.

Even later krijgen we instructies hoe je de boot aan en uit, sneller, trager, vooruit, achteruit moet sturen. Een kaart bij de hand, mijn matroos aan het roer en mijn schoenen worden aan de kant gezet… Genieten… Muziek op, champagnefles open en we varen de Leie af. We wuiven als volleerde schippers naar elke andere schipper, een gebruik dat we al snel overnemen van de anderen. We klinken en drinken, wisselen af met het roer en genieten van het groen, de zon, het ongekende en vooral van elkaar.

Vier uren waren er gereserveerd en dat gaf ons genoeg tijd om tot in Sint-Martens-Latem te varen en terug te varen en nog even tijd te hebben om  langs de Ketelvest te varen.

Varen zorgt voor een enorm zen-gevoel. We gleden er allebei moeiteloos in en we betrapten er ons bij het uitstappen op dat we precies op vakantie waren.

De dag is nog niet gedaan, liet hij weten. Ik keek verbaasd. Half zeven… Welke plannen had hij nog. ‘Zin in een optreden?’ Ik glimlachte weer. En enkele minuten later waren we onderweg richting ‘Rufus Wainwright’ in het Rivierenhof.

Er is geen plaats op deze wereld waar de zomer meer zomer voelt als daar, openlucht, met twee naast elkaar, muziek, en de avond die stilaan rond je valt…

Af en toe die vingers die elkaar vinden, die kleine aanrakingen waardoor je in die arena helemaal alleen lijkt te zijn en al de rest rond je vervaagt, buiten de muziek. Mijn hoofd op zijn schouder bij het laatste nummer en dat gevoel vol rust van diep vanbinnen.

Elf uur en we wandelen naar de auto. Niet teveel woorden nodig, het zen-gevoel overmeestert. De avond is nog te jong om naar huis te keren en we besluiten nog naar een verjaardagsdrink te gaan van een van zijn collega’s. Een pleintje, een hoop gelijkgestemden die de zomer en een verjaardag indrinken, kleurrijke lampionnetjes en een bank en wat klapstoeltjes… wederom: meer heeft een mens niet nodig.

Wanneer het om 2u toch net iets te koud begint te worden besluiten we dat het genoeg is geweest voor vandaag. Terwijl we terug naar de auto wandelen opper ik dat ik nog steeds met de fiets kan terugrijden naar huis zo meteen. Hij verbiedt het en we glimlachen naar elkaar.

Zondagmorgen en er is weinig tijd. Hij wordt verwacht op een familiefeestje tegen de middag en ik fiets, dit keer met Ane Brun in de oren, naar huis. Onderweg een tussenstop langs de winkel met ingrediënten voor de bbq van ’s avonds.

Tegen 16u rijd ik richting bbq waar we met de vrienden hebben afgesproken. Onze vertrouwde plek aan de Schelde, veel te veel eten, dekentjes, cocktails met vers gecrusht ijs (zotte vrienden met ijscrushmachine…) en de zon zijn het ideale recept voor een geslaagde en gezellige avond. Iedereen die ligt, lacht, hij die op mijn buik ligt met zijn hoofd… Geen een die iets zegt.

Wij fietsen naar hem thuis en houden onderweg nog even halt bij een zomers feestje waar we op een afstand naar kijken. Arm in arm, lachend naar de zomer.

Eens thuis, met fietszakken gevuld met overschotjes, vraagt hij: ‘blijf je slapen of ga je naar huis’ en ik geef toe dat ik er nog over aan het nadenken ben. Eerst nog een glas water na dat fietsen en dat eten in de koelkast zetten.

Want hoe geweldig mooi de zaterdag ook was, ergens zit die vraag nog vanbinnen, ergens zit die onzekerheid nog vanbinnen… Ergens gewoon ook vraag ik me af of die zaterdag iets veranderd heeft. En dus twijfel ik over het al dan niet naar huis rijden.

Zittend op de keukenvloer, rustend tegen de muur met mijn hoofd en in mijn linkerhand een bijna leeg glas water komt hij bij in de keuken zitten. We hebben het over de vrienden en hij die meent dat ze blind moeten zijn om het niet door te hebben… Ik weet dat maar één iemand hem er individueel over zal aanspreken en ik stel hardop de vraag die ik mezelf stel: ‘Wat ga je hem dan zeggen’? ‘Dat we het nog een kans geven’, rolt er als vanzelf uit.

Ik land in dat moment. We zien nog een serie terwijl ik op zijn schoot met mijn hoofd in slaap val. Erna lig ik in bed wakker… Typisch.

De maandag begint de werkweek weer maar ik besef dat er een van de mooiste dagen in mijn leven zijn gepasseerd het afgelopen weekend. Toch ben ik niet uitgelaten, spring ik niet rond als een veulen en merk ik in de auto dat er nog steeds een vorm van onrust in me zit.

We hadden niets afgesproken voor de maandagavond maar ergens in de namiddag stuur ik toch een sms na lang getwijfel om te vragen of hij al plannen had. Even later de telefoon. Hij had afgesproken met de twee vrienden voor de Argentiniëreis. ‘Ik ga daar even polsen…’, zegt hij.

In dat moment doet mijn hart ‘plop’… Glimlach ik en besef ik dat ik redenen genoeg heb om gelukkig te zijn… Hij meent het… Argentinië ergens in oktober en waar dat vorige week nog een twijfel bij hem was, was hij het die me nu overtuigde door te polsen bij de vrienden of ik mee kon… Al wisten we beiden het antwoord al.

’s Avonds, na mijn werk belt hij dat ze op het punt staan om iets te gaan eten. Ik had al gegeten en dus besluiten we later af te spreken. Hij belt erna en vraagt of hij nog mag afkomen. En plots besef je dat je echt weer vertrokken bent…


Doodmoe zijn we en onder de dons kijken we elkaar aan, nietszeggend maar beiden zo hard aan het glimlachen. ‘Je ziet er zo gelukkig uit’, zeg ik hem. ‘Ik was net hetzelfde van jou aan het denken’… ‘Jij maakt me gelukkig’, zegt hij en zijn ogen vallen stilaan toe. ‘Slaapwel’… en de nacht neemt het over.

vrijdag 5 juli 2013

zotte zaterdag

Zondag was een zondag zoals een zondag zou moeten zijn. Het was zo'n dag waarin je allerlei afspraken hebt staan en waar je inrolt. Ontbijten op de Zavel, naast elkaar gezeten met elk een krant en rustig wakker wordend. Maar het gaat me niet om de invulling van de dag... Het gaat me om de blik wanneer ik - zoekend naar de tickets - waar heb ik die toch gelegd - zo typisch - die ik krijg wanneer ik open doe en naarstig verder zoek. De minieme aanraking wanneer hij me passeert... De blik waarvan je weet dat mocht je er een foto van trekken al de rest rondom ons wazig zou zijn.

Zo belandden we zondagavond op de zetel, na een meer dan fijne dag en de woorden rolden er vanzelf uit. Er wordt openlijk gepraat over hier terug in stappen maar zonder de onrust die bij hem vanbinnen zat. Hoe we dat kunnen oplossen. Over samenwonen, over kinderen... Het hoofd brengt ons naar alle richtingen en de vraag is waar ons gevoel ons brengt. We weten dat dit uniek is... Maar hij wil vooral zeker zijn dat die vonk er is, dat dit niet alleen ratio is...

We twijfelen, ik twijfel... Het voorgaande werkt allemaal zo verwarrend... Is het afstand of is het elkaar zien dat dit gaat duidelijk maken. Ik weet het niet. Hij wil elkaar blijven zien, blijven dingen doen...

Hij wil die vonk voelen en zegt: 'we moeten eens iets zot doen'... En ik kijk... Wat is 'zot doen' in iemand zijn ogen want die definitie ligt overal anders meen ik. Dus vraag ik het hem. 'Ben je zaterdag vrij'? Ik denk even na, mijn ogen draaien doorheen mijn geheugen en ik knik... 'Ok, ik regel het'.

Miss abnormalia die zelf iets niet regelt... Ergens is het spannend... De dagen erna is er stilte en ik vecht tegen die stilte... Stilte maakt onzeker maar ik vecht omdat ik weet dat een beetje afstand nu nodig is. Wetende dat mijn leven alle kanten uit kan momenteel maakt me onrustig.

Woensdagavond een 'zomaar'-telefoontje van hem en plots gaat de storm binnenin liggen. Na een helse dag op het werk is het fijn figuurlijk thuis te komen, mijn zeg te kunnen doen en gewoon... thuis te komen...

Zaterdag gaat nog door. Ik ben benieuwd. Het voelt een beetje als de Sint die komt in de zomer: 'iets om naar uit te kijken, wat brengt hij mee... Spannend, als een klein kind slaap je de dagen ervoor alles behalve... en wil je vooral dat de dag er zo snel mogelijk is. 6 december wordt 6 juli.

Ik hengel naar een tipje van de sluier. Ik krijg er in de loop van de week twee: 'We gaan veel buiten zijn. Laat de zomer maar beginnen' en of ik mijn docking station voor muziek te spelen wil meebrengen en helemaal opgeladen... Ik gniffel als een klein kind...

Zotte zaterdag... Wat moet een miss zich daarbij voorstellen... Wat gaat die zaterdag zijn en vooral... Wat gaat die zaterdag vertellen...

Vrijdag... en ik wou dat ik niet al van iets na 3u wakker was... Ik wil zaterdag... 'zotte zaterdag'...


donderdag 27 juni 2013

Doorheen de wolken

Woensdagnacht... Ik draai, word wakker en kijk naar de wekkerradio die minimaal de kamer verlicht en me vertelt: 3:00u... Ik hijs mezelf uit bed, loop met een leeg gevoel naar de badkamer en zet me even op het toilet... De spiegel kijkt me aan en de lange slierten haar hangen op mijn schouders en ogen vertellen en doen me terug richting bed draaien. Ik vlij me neer onder de dons en ik grijp mijn toetsenbord... Schrijven... Schrijven... Schrijven, miss.

Turend, knikkend met een lege maag en een wee gevoel en starend naar de gitzwarte duisternis die vol witte vlekken blijkt te zitten eens ik die probeer te lezen. Mijn vingers lopen niet zo vlot. Ingehouden, bevragend naar waar ze naartoe dansen... Naar waar ik naartoe dans...

Mijn lippen knijpen zich even op elkaar en ik besef in welk vacuüm ik me bevind en had nooit verwacht mezelf hier nog ooit tegen te komen. Ik sluit mijn ogen, mijn ene hand op mijn voorhoofd en ik zie hem voor me vanavond... En ik zie hem en mij de voorbije maanden en maak me de bedenking hoe we hier weer zijn terecht gekomen. Weer... Al beseften we, eens hij de deur uitwandelde dat de 'weer' ons nu op een kantelpunt brengt...

Begin juni gingen we samen met de vrienden op citytrip. De lang geplande reis waarvan we beiden op een bepaald moment niet eens wisten of we, los van elkaar, daar mee naartoe zouden gaan... We waren er. Hij, ik... de vrienden... Zes dagen lang. Ik belandde er vooral met een stuk angst en vragen voor mezelf en vroeg me af hoe dat allemaal zou lopen.

En plots zit ik in dat vliegtuig... Taking off... pfiewwwwww... 'weg'... En onthecht ik me van een wereld waarin ik maanden boos ben geweest, vol verdriet en met een evolutie naar elkaar terug zien. Meer niet... Door de wolken. Ik land in een wereld met bekenden rond me en tussen een taal en een schrift dat me vreemd is waardoor de enige binding deze is die me zo vertrouwd is. En net daar ontstaat de grootste confrontatie met mezelf. Hoezeer ik ook tekst en uitleg probeer te zoeken in dat vreemde land, hoe kleiner de barrière tussen hem en mij aanvoelt. Want in al die drukte van een grootstad ontwikkelt zich een kleine cocon. Hij, ik... en dat veilige gevoel. Kijken naar elkaar en de andere lezen zonder dat er taal nodig is. Ergernissen zoals die gebruikelijk in een groep op reis ontstaan en twee mensen die kijken naar elkaar en weten dat de ander er net zo over denkt... En ergens, tussen de koffies, het fruit en de nachtelijke bezoeken aan de supermarkt waar we de lunch voor de dag erna bij elkaar winkelen voel je die geborgenheid en kom ik thuis. Komen wij thuis... Vliegen we opnieuw door de wolken en wacht er die lange strook asfalt en al die mensen die je voorbij lopen en richting kiezen.

En ik laat het los, het is voorbij... In mijn hoofd zitten er vragen en besef ik dat ik iets ben tegengekomen waarvan ik niet wist dat het ooit nog zou bestaan. Maar ik laat het los... En in de dagen erna gebeurt er niets en iets... Er is iets klein dat op kousenvoeten trappelt. Ik besef het maar weet het amper.

Dinsdagavond en iedereen komt samen maar ik moet passen omdat ik al had afgesproken met een vriendin. Het voelt raar om te weten dat de hele bende bij elkaar zit en dat ik er niet ben. Dus sms ik na mijn afspraak met de vraag of ze er nog zijn. Ik krijg net iets te laat een sms terug van hem en besluit dat mijn zotte jaren voorbij zijn en dat ik geen rechtsomkeer meer maak. Maar ik glimlach wel. Eens thuis in bed verschijnt zijn naam op het scherm. 'Hallo'... En 19 minuten later duw ik af en overvalt me een gekend gevoel... Dat languit praten aan de telefoon is hoe het ooit allemaal begon. Het voelt goed. De vragen die ik er bij heb bestaan maar meer ook niet.

Ik zit in de auto, woelig verkeer rond me en er weerklinkt een biep uit mijn handtas. 8u01... Wie sms't me op dit uur? Ik grijp naar mijn gsm, zie zijn naam en 'ik heb 'm' en roep 'woehaaaaa'. Focussen op de weg, parkeren op het werk en onmiddellijk bellen. Hij heeft de bevordering en ik ben een hele morgen dolblij en besef hoe raar het is om opgewekt en blij rond te lopen omdat hij geselecteerd is na dat examen...

Die avond heeft hij afgesproken en ik had gepast voor die afspraak maar bedenk me dat ik misschien nog even kan passeren dus informeer ik even hoe laat ze daar zullen zijn. Hij belt. Die afspraak gaat blijkbaar niet door. Maar ergens in dat gesprek regelen we een afspraak in een restaurant een uur later en vieren we zijn promotie. Mijn afspraak voor die avond wordt zonder veel nadenken, al ben ik er me van bewust, geannuleerd.

Hij en ik aan een tafel in een plek waar we altijd graag hebben gezeten. Carpaccio delend en klinkend met een glas cava. Lachen en zelfs ontroering door zijn oma die belt. En er rollen een paar tranen omdat ik er de schoonheid van zie. Wederzijdse ontroering door dat moment. En we rollen in een gesprek dat plots 'over ons' gaat. Over dat gevoel dat weer naar boven is gekomen op die reis en de vragen, de angst die er bij bestaat. Hij die zegt niet meer terug dat gevoel waar het allemaal op fout is gelopen te willen tegenkomen, die twijfel.

We lopen over straat, los pratend en tegelijkertijd voel je de spanning waar we eens thuis aan toegeven... Twee lichamen, een lamp die enkel brandt in de keuken en een zetel om op te huizen. En nu... Elkaar vasthouden, innig en denken, voelen... en nu?... We zitten beiden in een spiraal, alles vliegt door twee bovenkamers... Ik weet wat ik voel en ik weet wat doorweegt... Graag zien.

Eerder op de avond vroeg ik hem: 'stel... ik, aan de andere kant van de wereld, kom iets tegen en bel je op... Zou je de wereld oversteken?'. Hij moet daar amper over nadenken en over de 'ja' die ik krijg bestaat geen twijfel. En nu, later op de avond, kijk ik hem aan, daar, in de nacht vol gevoel, vol twijfel en zeg hem: 'ik zou de wereld ook oversteken...'

Bijna 4u 's nachts... Alleen in mijn bed en we weten dat het alles of niets is nu... We weten het... maar ik weet niet waar we gaan uitkomen. Zondag planden we een ontbijt, een tentoonstelling en een dansvoorstelling... En nog voor er ooit sprake was van vanavond bedacht ik me: misschien ligt daar ons afscheid wel na zo'n dag... Omdat ik diep vanbinnen wist dat we het niet konden maken telkens tegen dat gevoel te blijven aanlopen. En dan was er vanavond... Dan lig ik wakker op een moment dat ik nooit had gedacht dat het me zou overkomen...

En nu...

dinsdag 9 april 2013

Woensdagavond...


black and white night photographyIk kijk naar mijn vingers, niet naar het scherm… Ik voel het getik, van de vingers hoor ik ze… Mijn hart slaat enkele seconden sneller per minuut. Ingehouden spanning zorgt voor jeuk in mijn bovenkamer. En langzaam tuurt mijn hoofd doorheen de ruimte, zoekend naar houvast, naar een horizon om eindig op te staren in de hoop daar antwoorden te vinden. Antwoorden drijven niet mee met de wolken.

De afgelopen maanden waren één grote tuimeling. Holderdebolder donderde ik naar beneden… ergens begin november… Zomaar… Terwijl we wachtten op een dampend bord warm eten, zei hij: ik ben bij haar blijven slapen…  En plots, in een oogwenk, staat dat bord voor je ogen te dampen en wil je je adem onder controle krijgen en staar je naar je handen in je schoot. Elke vezel van je lichaam onttrekt zich van de energie die er een uur eerder nog doorstroomde. Ademen miss, ademen…

Verscheurdheid, onvermogen… geen ongeloof maar verslagenheid… Drie jaar van intense vriendschap, zoals er nooit een andere is geweest – ook hij kon dat niet ontkennen… Een jaar relatie en een jaar erna de schemerzone waar we beiden geen definitie voor hadden… Al zag hij het wel als een relatie, gaf hij toen toe… En toch koos hij ervoor om me dingen niet te vertellen... Toen, toen het te laat was en hij alles opblies…

Letterlijk, alles… De vriendenkring waar we al jaren deel van uitmaken, nog voor dit allemaal groeide… De intense vriendschap, elkaar voortdurend zien… Ik blies het allemaal op. Als ik moest loskomen van, dan zou het enkel op deze manier gaan… Door me er volledig van los te maken en te zwijgen in alle toonaarden wanneer er via mail, telefoon, sms probeerde iemand in contact te komen.

Rond oudjaar ontstond er een driehoeksverhouding tussen mij, hem en de vriendengroep… Wie nodig je uit, allebei en laat je dan aan ons de keuze… Niet communiceren zorgt dan voor veronderstellingen waar ik een hekel aan heb. Dus koos ik op dat moment voor de dialoog en beet ik door die avond waarin ik mezelf harder dan verwacht tegen kwam… Zij die er niet bij was maar alleen haar naam al maaide mijn voeten onder mijn lijf weg… Zijn blik toen iedereen iedereen zoende met ‘de beste wensen’… Ik krijg er nog kippenvel van…

Die nacht holde ik naar huis, op zoek naar een nieuw jaar dat van mij gewoon mocht worden overgeslagen. Twee uren later lag ik klaarwakker in mijn bed... De korte slaap had geen verschil gemaakt…
Ik besloot me terug te trekken en voort te gaan met hoe ik bezig was. Alles hield op. Alles… Ik zocht een weg naar nieuwe zaken om me mee bezig te houden en mijn leven opnieuw op te bouwen, zo voelde het alleszins… Los van alle mensen met wie je de afgelopen jaren weekends hebt doorgebracht… Los ook van hem en ik zag maar één manier…

De ademhaling werd rustiger, het gevoel veranderde amper… Zoekend naar mezelf… Maar het woord eenzaam had nooit een hardere betekenis dan de afgelopen maanden. Ik smeet mezelf in de dingen en tegelijkertijd voelde ik dat er een deel van mij gedoofd was. De waakvlam… uit.

Twee zondagen geleden was ik bezig en toen ik mijn mails op een moment checkte stond ik zeker twintig seconden verstijfd te staren… letterlijk: stil. Zijn naam… Hij die mailde dat hij graag eens wou afspreken en ik die niet zou weten waar wij over moesten ‘bijbabbelen’… Dat vertrouwen is zo geschonden dat ik niet het gevoel  had te willen delen…

Dus vloek ik een hele week binnensmonds en laat ik dat schrijven voor wat het is en hul ik me terug in stilzwijgen…

Tot zaterdagnacht een vriend me contacteert en zegt: het is uit tussen hen… meer dan dat weet ook hij niet.

In een keer krijgt de mail van vorige week een andere toonaard, begrijp ik die zinnen meer en besef ik dat het tijd wordt om te praten. Dat de vrienden, met wie er een reis vast ligt, ook een antwoord moeten krijgen, alvorens er weer een driehoeksverhouding bestaat in die communicatie.
Dus vraag ik tijd aan de vriendin via mail, beantwoord ik zijn mail met 'dat ik wil afspreken' en is de nacht weer even kort dan de voorbije maanden…

’s Morgens vroeg… ik ben al wakker… zijn antwoord. We leggen woensdagavond vast. Meer dan dat ook niet, geen locatie, geen uur, enkel de datum… Mijn initiatieven zijn beperkt, hij is aan zet vind ik.
En sindsdien gaan er duizenden vragen door mijn hoofd, ontstaat er in een flits zelfs hoop en vind ik dat nog de meest beangstigende gedachte van allemaal. Daar waar ik niet wist dat er nog iets in me zat, kwam in de afgelopen dagen weer allemaal los… Confronterend… Beangstigend… En veel vraagtekens… Het hart neemt bij momenten het hoofd over en ik probeer me er voor te behoeden…Wat wil hij... Wat wil ik...

Woensdagavond…

dinsdag 11 september 2012

Een jaar...

Ergens op een zwoele zomeravond wanneer de duisternis ons omarmde vroeg hij me: 'Schrijf je nog'. Onze benen tikten tegen de duisternis: 'Neen...'. 'Sinds wanneer niet meer?' 'Januari'... 'Waarom ben je er mee gestopt, je liep toch altijd over van letters? Gaat het niet meer vanzelf?'... Ik glimlachte en zei: 'dat is het niet. Menig keer heb ik eraan gedacht maar dit krijg ik niet verteld in woorden... Wanneer ik het nog niet eens uitgelegd krijg aan mezelf, hoe krijg ik het dan geschreven?

Deze week is het exact een jaar geleden dat mijn wereld heel even serieus bleef stilstaan. Die autorit in het donker, die woorden en de gapende stilte en de hartverscheurende pijn erna vergeet ik nooit meer... En hier ben ik... een jaar later en ik krijg het mezelf niet echt uitgelegd waar ik nu sta.

Een jaar van groeien... In een richting waarvan ik niet weet waar ze naartoe gaat. Een jaar van zo dichtbij dat je het vaak voelde 'knetsen'. Van vrienden die weinig vragen stellen, naar stil zijn en recent weer hun mond open doen in een impulsief moment: 'zijn jullie terug samen?'...

En ik knik... uhuh... nope... En je ziet hun ogen verkleinen. Alsof chinese oogjes een andere waarheid kunnen lezen. En ik glimlach want de wereld tussen die oogjes en mijn hart vraagt om 'stilte en een glimlach'... Meer kan ik hen ook niet geven.

Een jaar van hartverscheurende pijn als je niet bij elkaar bent, van ontbijten op zondagmorgen, van het ene culturele evenement naar het andere, gewoon, wij twee, met elkaar... Van liggen in het park en draaien tegen de zon. Een jaar van op de luchthaven wachten en elkaar in de armen vallen, van een foto uit China en wenend op mijn slaapkamervloer... 'hij denkt nog aan me'... Een jaar van wij twee, op een bbq en hij met zijn hoofd op mijn buik, slapend... Een jaar van samen plannen smeden om een zaak uit de grond te stampen, een jaar van samen op restaurant, net voor zijn vertrek na enkele dagen en nachten een hele outfit voor hem te hebben gemaakt... Een jaar van zittend op de rand van de zetel, met mijn hoofd tegen zijn schouder en alleen maar tranen omwille van het nakend gemis en dat ene idee...

'Weet je welke datum het is wanneer je terug komt...', vraag ik met mijn hoofd nog steeds op zijn schouder... Het is stil, hij denkt na en ik zeg... 'het is een jaar'... en mijn tranen maken zijn armen nat, terwijl hij me stevig vast houdt...

Een jaar van hij die op vakantie is en op een moment bereik heeft en skype een wereld van verschil kan maken... Van 'jeej' op mijn bed en 'woehoew' erna...  Een jaar van hij op vakantie en ik met de vraag of die vakantie iets veranderen zal...
Een gsm die bliept, een skype die belt en met vertraging woorden over de oceaan stuurt...

Een jaar van de dingen benoemen en er als een tweeling op hameren 'dit is maar tijdelijk... al weten we niet wanneer dit gaat ophouden'... naar vervagen in een intense stilte erover en bij momenten happen naar adem in die luttele seconde dat je de flits door je hoofd voelt gaan en je het allemaal even in vraag stelt...

Een jaar waarin plannen gesmeed worden voor het volgende, muziek, theater en zelfs twee reizen in gezelschap. Een jaar waarin je zocht naar afstand en die te pijnlijk was om vol te houden. Een jaar waarin je kijkt in zijn ogen 's morgens en die warmte voelt en alleen maar glimlachen kan en genieten van dat moment daar... en je geen vragen te stellen over al de rest.

Een jaar dat geen kop in het zand steken is, geen 'ik wil het niet erkennen' maar een jaar van gelijk opgaan, van elkaar vinden, van knetteren in de duisternis, van 'wij' die niet langer bestaan en nooit aanweziger waren dan dit... Van wij die het geen naam meer geven maar gewoon kijken, armen open en vasthouden... heel stevig, heel vast... tot tranen weer rollen...

Een jaar van weinig geschreven woorden omdat ik het niet vangen kan...


dinsdag 3 januari 2012

omdat het moet...

2012 zal een vervolg zijn
van het einde van 2011

alleen
vooruit
zoekend naar een transformatie
van de 'wij' naar een 'hij' en 'ik'

hoe dat moet
geen idee

hoe geef je alles op
wat je zo lief is
hoe geef je elkaars warmte en echtheid op
als het zo fout voelt

hij gelooft dat het zo moet
ondanks de voelbare twijfel
blijft hij erbij

en daar kan ik me alleen maar
noodgedwongen
bij neerleggen

zucht
...
2012...
ik heb er zo hard geen zin in...
maar het moet
en het zal
en het moet
en het zal
en het moet
en het zal...

x

zaterdag 31 december 2011

Naar een dag van morgen

Het zijn intense dagen...

Lang is de stilte er in mezelf geweest... Schrijven kon ik niet, niet hier en niet in het kleine rode boekje dat dicht bij me ligt, naast mijn bed... Ik kon het niet. Proberen te vangen in woorden wat je amper zeggen kan... Gevoel dat de overhand heeft...

Het zijn intense dagen...

Ergens onderweg raakten we elkaar kwijt en het blies me helemaal omver... Of het voelde zo als je tegen elkaar uitspreekt dat het zo niet meer gaat... Alles verteert je en enkel je lijflijkheid schiet nog over, zo lijkt het maar al de rest doet zo'n pijn dat je meer aanwezig bent dan ooit in feite maar dat je zo afwezig lijkt... En dan hield het op...

Eten, slapen... alles viel terug in het absolute minimum en niets was nog wat het ooit was geweest...

Alleen... alleen bleef ook hij ergens toch aanwezig. Met meer afstand, met meer stiltes in de dagen ertussen maar dat hield niet op... Soms gewoon elkaar zien in een kookles, niets meer maar nooit die absolute niet-meer-zien-horen-stilte... En ergens gaat je hart liggen... legt het zich neer bij de situatie... Vechten tegen 'graag zien' in plaats van 'houden van'... is onmogelijk... Dus geef je op... en duw je jezelf doorheen de dagen.

Het zijn intense dagen...
En ergens onderweg ga je ook niet meer uit de weg. Spreek je af, loop je door Leuven, en is alles zoals voorheen, of zo voelt het maar weet je dat alles ook helemaal anders is. Een bezoek aan het museum, stof zoeken in een klein winkeltje, strip kopen in een stripwinkeltje... het voelde allemaal zo vertrouwd.

Dichter... zo voelde het weer, dichter en toch zegt je hart dat het ook 'dat maar is'...

En toch... een kindje dat geboren wordt... héél dichtbij en  ik voel het en ik voel mijn ontbrekende deel daarin... of hij laat het me voelen door het feit dat hij het met deelde, via mail, via sms...

En soms... soms ben ik miss abnormalia ten voeten uit... En na een kerstweekend waarbij ik elke vezel van m'n lijf voelde, besloot ik dat het op kerstdag genoeg was geweest dat gevoel... Stap in mijn auto, rijd naar hem toe en ik zeg hem 'vrolijk kerstfeest', eens binnen en we vallen elkaar in de armen, minutenlang terwijl hij in mijn oor fluistert 'ik ben peter' en mijn tranen de vrije loop gaan op zijn schouder...

De week vakantie was meer dan nodig voor mezelf en ergens halverwege duiken we nog eens de stad in, een tentoonstelling die al even op ons lijstje stond. We ontmoeten elkaar op zijn appartement, wandelen er naartoe en onderweg ontdekken we een plek waar we ons koffie, verloren brood en verse croissants bestellen. Gezeten aan een tafel, de rust van de dag er bij en de gesprekken die vlot lopen...

Het zijn intense dagen.

Zo komen we opnieuw tot die diepgang en intensiteit die ons de laatste keren eigen is. En de echte onderliggende reden waarom dit alles eigenlijk fout liep, komt daar, als bij toeval naar boven...

En mijn hart stopt...
Mijn hart dat de deuren had toegedaan, dat haar eigen weg zocht... stopt daar...

Want het drong allemaal niet zo tot me door... dat gebeurde pas in de voorbije dagen, toen ik terug tot mezelf kwam, toen die afstand er terug was... alleen, thuis... Dan pas gleden die woorden naar beneden en bereikten ze vaste grond...

Ik had het mis, ergens... zo voelt het... Het gaat niet over 'houden van' versus 'graag zien'... het gaat over iets dat haalbaar is... zo lijkt het... Het gaat over iets waar ik van kan winnen, zo voelt het...

En toen ik vanmorgen wakker lag... had ik er genoeg van... Van mijn gewoel tussen de lakens.

Ik kleedde me aan, daalde de trap af, de auto in, passeerde langs het tankstation voor croissants en fruitsap en reed verder. Ik parkeerde, nam mijn telefoon en belde... Geen gehoor. Ik nam de sleutels, die ik sindsdien van mijn sleutelbos had gehaald en ergens thuis bewaarde, en draaide het slot om. Een bonkend hart... Ik nam de trap en ergens halverwege hield ik halt... Ademen miss, ademen...
Verder de trap op, de deur open na even zacht geklopt te hebben... zijn slaapkamerdeur... klopje en 'niet schrikken'... het bed was leeg, het licht van de badkamer scheen en hij kwam om de hoek... 'euh, toch wel', zei hij...
'Niet schrikken', zei ik, 'ik heb ontbijt voor je bij'.

We zetten ons aan de tafel, aten, praatten wat over de muziek die hij had opgezet. M83...
Hij moest weg, koken voor zijn familie... Ik doe mijn jas aan, hij houdt me vast, bedankt me voor het ontbijt.

En ik denk bij mezelf... hier ben je niet voor naar hier gekomen... niet om nu te vertrekken en niets te zeggen en dus vraag ik het hem 'heb je vijf minuten?'... hij kijkt me aan... 'ja'...
Niet hier zeg ik, niet zo... gaan we even op bed liggen want ik wil je iets zeggen en dat lijkt me een betere setting...
En met mijn jas aan kruipen we even onder de dons. We nestelen ons even, ieder voor zich en na even stil te zijn, begin ik eraan...

Dat het me verrast heeft in de week... Dat de afgelopen dagen alles is binnen gesijpeld... Dat ik aan het draaien was maar dat door dit nieuws... Ik ben gaan nadenken... Want ik besef nu dat het niet gaat over 'niet graag genoeg' zien... Ik besef nu dat het iets is waar ik van kan winnen. Want van de onmeetbare begrippen als houden van en hoeveel en 'graag zien'... van dat gevoel, dat het er niet genoeg zou zijn... daar kan je niet van winnen... Ik probeerde dat ooit en weet dat die strijd nog voor hij ooit begon al verloren was...
Maar hier gaat het duidelijk om iets anders... iets waarvan ik voel dat het haalbaar is en ik heb de afgelopen dagen gedacht wat ik hier in kan doen... Maar hij heeft me het afgelopen jaar die zekerheid in mezelf gegeven om nu de ballen aan mijn lijf te tonen, op te staan en te zeggen: 'vergeet het als je denkt dat ik toelaat dat je daardoor van me weg loopt...'.

Dus zei ik het... vanmorgen, onder de dons, met jas en al nog aan...
En het was veel... hij vroeg tijd om erover na te denken... Een zin die eigenlijk niet gezegd moest worden want ik verwachtte geen antwoorden... Vasthouden... hij die zegt 'het zijn intense dagen'...

Uit bed, de laatste dag van het jaar tegemoet... Ik wandel uit de slaapkamer, hij richting badkamer. Hij komt me achterna, houdt me vast, bedankt me voor het ontbijt... en ik zeg dat ik eraan getwijfeld heb om het te doen... dat ik het zo 'inbreukend' vond...

Hij zegt dat het daarom is waarom mensen vaak zo vaag zijn... en ik zeg dat ik hem niet begrijp. Hij lost zich, wandelt naar het raam, kijkt naar buiten en zegt... Mensen praten vaak in vage termen als iets beëindigt wordt van 'het is op...', etc... maar dit... dit zou me ook getriggerd hebben, zei hij... Dit nieuws zou me ook zo doen handelen als jij nu doet... En dat het goed is dat ik het gedaan heb...

We omarmen. Ik geef hem een zoen en ik draai me om... De deur open en het nieuwe jaar tegemoet...

Een nieuw jaar vol vraagtekens maar een oud jaar dat ik heb afgesloten zoals ik vond dat het moest afgesloten worden... Met de dingen te zeggen zoals ze zijn en te vechten voor hem die me lief is...

Of dat genoeg is...
2012...

x
Een gelukkig nieuwjaar!

vrijdag 28 oktober 2011

de donderdagavond ervoor

Misselijk... Wederom... Deze nacht amper geslapen... Stress...

Gisterenavond was de AB. Bon Iver... Af en toe ging het recht door mijn lijf. Wij twee, daar... Naast elkaar en als het dan die intieme muziek werd die Bon Iver zo typeert dan kreeg ik kippenvel, vocht ik tegen de tranen die niet mochten rollen en slikte ik meermaals die brok aan gevoel door.

Gisteren was wel voorbereid uit de badkamer komen met de nodige aandacht voor de make up die mijn gezicht er ineens pakken beter deed uitzien. Subtiele toetsen doen wonderen, zo bleek. Ik ben mijn vriendin eeuwig dankbaar voor de les van het voorbije weekend.

Gisteren is hij die op de oprit rijdt, onder zijn motorkap iets aan het checken is en wij die instappen... Zonder kus ter verwelkoming, etc. Brussel. En wij twee in de auto.

Gisteren is dansen op 'skinny love' en zo hard genieten van dat nummer. Of kippenvel krijgen en het bijna niet meer uithouden bij 'the wolves' wanneer 'zijn' hand op mijn schouder ligt en ik weet niet of het is om stabiel te staan opdat hij het nummer filmen kan met zijn telefoon of het iets anders wil betekenen maar ik hapte alleszins naar adem.

Gisteren is samen achteraf nog eentje drinken. Praten over ditjes en datjes en gewoon... 'wij' zijn.

Gisteren is terugkeren naar de auto, rijden naar huis en hij die helemaal door rijdt tot achteraan mijn oprit. Ik die denk uit te stappen en afscheid te nemen op het moment dat hij vraagt of ik nog een boterham heb... En dus staan we in de keuken, lach ik naar hem, veeg ik dat beetje smeerkaas van zijn lip en zit ik in de zetel iets later. Hij die zijn handen uitsteekt, om afscheid te nemen en we houden elkaar vast en wiegen enkele danspasjes, zetten een stap terug en lachen, kijken, vechten.

'Je straalt', zei hij... En ik wist dat mijn gezicht dat ook deed... De wonderen der make up en het gevoel van: 'erin te geloven'... Hij herhaalde het nadien nog een paar keren.

Hij zet zich op de leuning van een andere zetel en ik vraag hem op te schuiven en zet me 'face to face' ten opzichte van hem. Vechten, allebei en ik verontschuldig me ervoor. Dat ik het moeilijk heb om hem te laten gaan. Dat hij het weet, dat hij het voelt, dat er geen verontschuldigingen voor nodig zijn, dat hij ook vecht. Ik zeg dat het niet nodig is te vechten... Dat hij mag blijven... Dat we morgen toch samen zijn... Maar hij zegt dat het gevoel er is dat hij naar huis moet... 'Morgen', zegt hij.

En we praten over New York... 'Dat het raar gaat zijn', zegt hij. 'Waarom raar?', vraag ik hem. 'Omdat het zo snel terug vertrouwd gaat aanvoelen en dat het gaat raar zijn achteraf...

En ik slik. En het snijdt...
En ik vraag hem: 'Ik vraag het je op de man af maar wil dat zeggen dat je het 'weet''... 'Die zin suggereert dat je het weet... Dat je eruit bent'...
En er is rust tussen ons, en er is pijn van binnen bij mij.
'Neen', zegt hij. 'Maar ik verwacht niet van New York dat dat duidelijkheid gaat brengen'.

En misschien besefte ik in mezelf op dat moment dat ik dat wel 'verwacht'. Hoe zeer ik ook tegen hem en mezelf mocht zeggen dat we daar gewoon gaan leven in het 'nu'...

En misschien huil ik daarom nu en lag ik daarom een hele nacht wakker en kroop ik om 5u vanmorgen naar de wc en zei ik tegen mezelf dat ik terug rustig moest worden...

Hoezeer ik het ook zal moeten ondergaan, zal moeten beleven moment per moment... Vannacht zat die eeuwige vraag weer in me... 'Wanneer gaat hij het 'weten'?'... 'Wanneer moet ik zeggen 'stop'...?'...

woensdag 26 oktober 2011

beslist

En ik drukte zonet op de knop
na dagen en dagen van twijfel
besliste ik
nadat een vriendin zei: 'doen'

Het is vechten om in balans te blijven
het is lachen en rustig worden als je samen bent
er is zoveel gevoel
Ontmoeten, eten, dingen uitzoeken voor New York
dingen plannen voor na New York
lachen, aantrekken, omhelzen, avond en nacht
wakker worden
die tedere blik die mijn ogen vangt...
en de dag erna ook weer alleen zijn...
en zoeken naar je eigen glimlach.

En alles ligt er
er is alleen die stap
die twijfel
weten dat het nog kan gebeuren, wij twee...
aldus hij
en ook... niets weten...

De momenten dat ik alleen ben
zijn er geen mooie
onzekerheid...
tranen...
En zo'n moment als New York
dat komt er nooit meer
van vrijdagavond tot zondagavond de week erop... samen

In eerste instantie ga ik me amuseren
dat welverdiende verlof ten volle voelen
maar ergens weet je
dat dit de dingen bloot moet leggen
is het niet nu
dan is het minstens erna
want erna
zijn de dagen, de weken, de maanden...
dan verglijden ze zomaar
dit
24/24u, 7/7 samen... dat komt niet meer...

Al ga ik in New York gewoon vieren
vakantie
mezelf
en de maanden die we wel met het volle geluk achter de rug hebben
New York is er niet om ongelukkig te zijn
om te twijfelen
New York is er om me ten volle te smijten
en te zijn wie ik ben
en niet wie ik niet wil zijn...

Dus drukte ik
op de knop
zonet, dankzij die vriendin...
Die duw in de rug had ik nodig
ik boekte een helikoptervlucht boven New York
voor ons twee, 20 minuten lang...
op de dag dat we normaal een jaar samen zouden geweest zijn
'I'll show him heaven'...

zondag 23 oktober 2011

over de goudvis en thuiskomen

Vrijdag en ik word weer onzeker. Geen communicatie op donderdag en dat vreet aan me op vrijdag. Vrijdag is eindelijk vakantie, na twee jaar wachten heb ik nog eens vakantie. En toch, ik ga het met een vreemd gevoel tegemoet op vrijdag.

Gevoel en alleen zijn doen rare dingen met een miss en dus stuur ik ergens richting de nacht een sms naar het oosten en geef ik erin toe dat ik hem gemist heb. En hoewel ik dadelijk antwoord terug krijg en dat begint met 'leuk je te horen', was het geen 'ik u ook' en geeft het me zorgen.

Zaterdag, ergens tegen de middag trek ik mijn gloednieuwe rode jas aan en wandel mezelf naar buiten, de zon tegemoet, de stad in. Ik voel dat het me deugd doet. Ergens in de namiddag beland ik bij vrienden waarvan de vriendin belooft heeft me de tricks in make up te leren. Zij is zelf telkens een plaatje en ik heb er amper verstand van. Al weet ik dat het opgemerkt wordt maar verder dan mijn ogen geraak ik meestal niet. Dus zet ik me gewillig op een stoel in hun woonkamer, lachen we bij elke blik in de spiegel en voel ik achteraf dat ik er beter uit zie. Met een lijstje met meer dan tien producten weet ik waar ik in mijn vakantie fortuinen ga aan uitgeven.

We praten nog wat na aan de tafel, over hem. En ergens besef ik dat ik zijn goudvis nieuw water ga moeten geven, zoals ik beloofd had gisteren. Vriend voelt ineens dat hij geland is en met een snelle blik via het internet wordt dat bevestigd. Ik trek mijn jas aan en ga op weg, naar zijn goudvis.

Weer dat gevoel, het binnenkomen, de trap op, dit keer in het donker en de sleutel draai ik in het slot. Op dat moment gaat mijn gsm en ik weet het... En ik haast mezelf in de hoop niet te laat te zijn maar ik krijg hem op tijd te pakken in mijn handtas.
En ik lach, even blijf ik lachen... Hey hey.
Zo grappig... ik doe net de deur van je appartement open...
En? Leeft ie nog...
Wacht, ik kijk... oef... ja!
Ik bel je om te zeggen dat ik veilig geland ben...

En we praten nog even verder, terwijl hij op zijn bagage staat te wachten en binnenin komt er een rust over me. Hij is veilig terug... En hij belt me onmiddellijk... en hij lost mijn vragen op van wanneer en of we gaan afspreken in verband met New York door daar zelf aan te denken zodat ik alleen maar 'ja' en 'kom maar naar hier dan na je werk, maandagavond past' hoef te zeggen... Over dat ik een make-upsessie heb gehad bij vriendin en hij die 'echt' zegt, waardoor ik weet dat hij het cool vindt. Over 'blij zijn' dat hij terug is... En hij lacht.

Later begeef ik mezelf naar de winkel, en loop ik met een gerust hart naar de tram. De vis is in orde en hij ook. En wanneer ik mezelf de vraag stel of hij zijn bagage heeft, vertelt mijn gsm dat hij vloekt want hij blijkt geen trein te hebben van Amsterdam naar Brussel maar een vliegtuig en hij had dat niet gezien. En ik bel hem. En hij neemt niet op. En ik bel hem nog eens, en hij neemt nog niet op. Dus stuur ik een sms en net wanneer die weg is belt hij me...

Het is toch te onnozel dat je daarna nog eens een trein moet nemen naar Brussel om dan nog naar huis te treinen?
Hij vloekt, dat het onnozel is, onecologisch, etc en dat ze dat volgende keer toch beter moeten regelen.
Ik ben daar op 25 minuten en dan ben je gewoon op tijd thuis. Laat me gewoon je vluchtnummer weten zodat ik weet wanneer je landt en dan zal ik er zijn.
Hey, bedankt he!

En zo verliep mijn zaterdagavond helemaal anders dan ik hem me had ingebeeld en reed ik iets voor 22u naar Zaventem om daar in de aankomsthal, met rode jas en een groen lijntje boven mijn ogen, te staan wachten. Hij zwaaide toen hij de deur nog door moest en me al zag... Hij baande zich een weg tussen de andere reizigers en daar stonden we, knuffelend...
Oh, wat doet het goed dat er iemand me opwacht, zei hij.
En we gingen nog even door... Een zoen en lopen naar de auto.

Je ziet dat je bent opgemaakt.
Ik fronste mijn wenkbrauwen, begreep niet wat hij wilde zeggen en toen snapte ik het.
Dat groene lijntje, ik heb het nog nooit bij iemand gezien maar het past echt wel. En je lippen zien roder...

En we waren weer vertrokken... Pratend in de auto en af en toe ook zwijgend. Hij had een hele dag reizen achter de rug en zag er zichtbaar moe uit. Af en toe keken we naar elkaar, ik knikte en zei: je bed, bijna. Ik reed verkeerd om god weet welke reden, diende te draaien en bracht hem veilig thuis.

Ik stapte mee uit terwijl hij zijn bagage uit de koffer nam, mijn auto op vier pinkers voor zijn voordeur. En daar volgde de volgende knuffel. Hij die me nog steviger vast knuffelde en 'hmm' zei een paar keren.

Bedankt he, zei hij.
Dat is heel graag gedaan en dat weet je.
Volgende week zitten we in New York en dat gaat leuk zijn, zei ik in zijn oor.
Hij hield me vast.

En net na het loslaten volgde er nog een korte zoen, omdraaien en mijn auto in. Even kijken of hij binnen geraakt en na zijn zwaai geef ik gas...

Naar huis toe... met de glimlach.

woensdag 19 oktober 2011

dinsdag op woensdagnacht

1u46, mijn wekker loopt af.
Ik grijp naar mijn gsm en stuur de succeswensen in no time richting Azië.

Ik val terug in slaap.
Half drie... Een sms van hem. Hij zit te wachten, glimlacht en bedankt me voor het warme gevoel...

Ik slaap vanaf dat moment niet meer, ik hang in het ijle tijdens wat gesoes... Denkend aan hem, aan zijn presentatie, duizenden kilometers hier vandaan. Lang naar toe gewerkt en ik... ik ben daar.

3u37... Hij... Dat het goed ging, dat hij complimenten ontving en: 'Knuffel x'... Hij die altijd al afsloot met de letter van zijn naam en al hardop heeft gezegd, 'juist, dat kruisje...'. En nu...

Ik roep hardop dat ik blij ben, maak mijn vreugde over en zeg 'en weet dat ik er bij was'.

'Je was er bij idd! Bedankt, en slaap zacht als dat nog lukt :-)'

4u12... En ik kan niet slapen maar ik lach er hardop bij.
Wat een euforie! Wat een speciaal moment... Blij.

dinsdag 18 oktober 2011

dinsdag

Ik steek de sleutel in het slot. Het is wel even geleden dat ik deze sleutel gebruikte... Ik open de deur en ik zie 'mijn fiets' staan. Ik kijk even naar de brievenbus aan de achterkant van de deur en die blijkt vol te zitten. Zonder dat ik een sleutel heb hef ik het klepje op en haal ik enkele brieven uit de bus...

Daar word ik voor de eerste keer stil: een envelop aan hem en mij gericht... Ik ga de trap op en steek de sleutel in zijn voordeur. Ik open het appartement en leg de brieven op de tafel. Ik draai me om en ben opgelucht...

Zijn vis zwemt nog rond. Ik stuur een sms dat de vis terug in vers water rond zwemt en ben daar blij om.

Ik loop naar de badkamer waar het licht nog brandt. Ik doe het uit, kijk naar het bed, kijk naar de woonkamer... Ik geef de vis nog even eten, neem mijn handtas en sluit de deur opnieuw achter me...

En ik rijd naar huis... met een bang hart. Het nadeel der technologie is dat je direct een antwoord verwacht.

En het komt niet.
En ik bedenk scenario's.

Een half uur later komt dat bericht wel. En ik glimlach.

En vannacht zet ik met zekerheid mijn wekker, opdat ik zeker wakker ben rond 2u. Wakker om hem een sms te sturen en succes te wensen met die presentatie...

Vannacht.

zondag 16 oktober 2011

zondag - update

Ergens in de namiddag, gezeten achter mijn naaimachine hou ik even halt. Ik zet me even aan de laptop en daar zie ik zijn naam...

Een mail. En even slaat mijn hart een slag over.

Ik open zijn mail en zie een foto, een nachtpanorama, vol lichtjes, aan een rivier.

En eronder: 'Groetjes uit Shanghai'. Gestuurd via zijn telefoon... Ik zie wat hij nu ziet...

Ik slik, ik slik nog eens en daar rollen ze... Een tsunami van gevoel rolt naar boven en ik kan het niet meer tegenhouden... Voor de zoveelste keer op zoek naar een zakdoek... Maar dit keer is het een ander gevoel...

Zo graag zien...

Tranen bij het schrijven van deze post... Tranen en een glimlach... Hij denkt aan me en hij toont het...

zondag

Ik staar, al dagen staar ik hier naar die blog... Zoveel te zeggen en niet weten hoe het te schrijven. Al voel ik dat er wel iets uit moet...

Na die maandag ging het weer even tot het woensdag werd en alles in mijn lijf weer tegenwerkte. Ik ben de afgelopen weken echt een curve. De ene dag lukt het me, de andere dag gaat het langs geen kanten. Zo ook die woensdag. En toch vocht ik die avond om mezelf naar de kookles te krijgen. Toch vocht ik om daar te staan... Al bleek het, eens ik er was, een slecht idee. Geen milliliter energie stroomde nog door mijn lijf. Ik kreeg geen hap binnen van wat we gemaakt hebben en ik verbrandde mijn vingers wegens niet gefocust en maakte alles fout... En nadien ga je buiten, houdt hij de deur voor mij en verder voor de rest vast, loop je terug naast elkaar en beseft hij dat hij zijn jas, etc vergeten is. Ik loop door en eens buiten crash ik... Tranen. Mijn vriendin wil me vasthouden maar ik zeg: laat maar want ik wil niet huilen en straks kan ik ze niet meer tegenhouden. Ik wrijf ze weg, ik adem, ik stap stilaan verder niet wetende wat te doen... Wachten of doorgaan... Dat laatste lukt me niet.

Samen, gezeten op de motorkap van zijn auto... Stilte, verdriet... En niet kunnen doorgaan wegens te weten dat je dan helemaal in elkaar stort. Zitten moest ik, dus nemen we plaats in zijn auto. En in t begin is er alleen maar stilte... En gaandeweg volgt er terug conversatie, word ik terug rustig... Uitstappen, na meer dan anderhalf uur en hij die mee uitstapt. Weer die knuffel, minutenlang... Weer die zoen... Die wijsvinger die de mijne grijpt en waar we knijpend in blijven hangen terwijl we die laatste aanraking lossen...

De donderdag is up, de vrijdag is terug down en de zaterdag terug up. Ergens na de middag belt hij me, dat hij naar de kookwinkel gaat en of hij iets moet meebrengen. En hij overvalt me... Vragen die ik niet verwacht. En tegelijkertijd mag ik bij hem vanavond komen eten voor de dansvoorstelling - ongepland maar een voorstel door de samenloop van omstandigheden.
Bij aankomst staat hij in de keuken en dan overvalt je weer dat rare gevoel. Alles weten liggen en dus de tafel dekken, etc zonder verdere vragen. Maar ik dit keer aan tafel, hij in de keuken... Niet van onze gewoonte. Samen eten, haasten naar de voorstelling en genieten maar toch, dat ingehouden gevoel. Hij die achteraf vraagt of ik nog een theetje bij hem kom drinken. Eens daar staat er nog een hele afwas die we eerst samen doen. Samen de afwas doen heeft iets huiselijk... Ook dat is een raar gevoel.

Met twee tegenover elkaar aan de tafel, met een thee... Gewoon pratend, tot hij zegt: 'Dit is raar... die voelbare afstand'... en ik zucht. 'Dat is omdat jij die gevraagd hebt'... En weer lopen we tegen het gesprek aan dat we al vele malen hadden, weer beseffen we dat we er met ratio niet uit gaan geraken. En hoe dit dan moet in New York, vraagt hij zich af. Hoe we deze gesprekken daar kunnen vermijden... Ik die zeg dat er een moment komt dat we dit niet meer moeten vermijden, dat dit gewoon ophouden zal... Omdat het gewoon niet kan... En dat gevoel komt rond je hart te zitten en weer voel je die pijn. Maar ik sta niet op en hij vraagt me niet naar huis te gaan... 'Hoe New York gaat zijn...', zeg ik hem, 'ik weet het niet. Ik weet niet hoe je uren op een vliegtuig naast elkaar moet zitten en als je moe bent je  hoofd op je schouder wilt leggen en dat dat dan niet 'mag'...'. Ik weet het niet.

En ergens daar keert het verhaal... Ergens daar wordt het vaag en mistig en verlies ik het overzicht. Hij die me vraagt waarom ik dat niet gewoon zou doen als het zo voelt en ik die hem aankijk... 'Omdat het niet kan.. Omdat je niet naar New York kan gaan, een week leven zoals we altijd hebben gedaan en dan terug op Zaventem te staan en daar weer mee te moeten ophouden...'
En de waas brengt me uiteindelijk tot de beslissing dat ik beter naar huis ga. Dus zeg ik het ook hardop: 'ik ga eens naar huis gaan'... En met die zin legt hij zijn hand op tafel in het midden. Ik glimlach, leg mijn hand op de zijne en we kijken elkaar aan. En daar draait de avond. Daar begint hij over het 'leven in het nu' en dat we meer moeten leven in het 'nu'. Dat het 'nu' in het algemeen, dat daar niets mis mee is, dat er enkel iets wringt bij het toekomstbeeld... En ik kijk... en hij kijkt... En ik zeg dat er alleen het 'nu' is... Dat ik over later ook niets weet. Het knettert.

En het knettert een hele nacht... Ondanks het feit dat ik tussendoor veel wakker lig, dat mijn hart zich vasthoudt... De morgen, de wekker loopt af en waar hij een hele nacht mijn hand gezocht heeft of me tussendoor een kus gaf... De wekker loopt af en je vraagt je af hoe hij wakker worden zal. Hij kruipt naar me toe, we genieten van dat ochtendgevoel. 'Hoe gaat het met je?', vraag ik hem. 'Volop aan het genieten van het nu'...
Ik moet eruit... een afspraak die nu meer dan ongelegen komt maar ik moet eruit... Ik haast me, we zoenen nog terwijl hij zich nog eens omdraait en afscheid nemen...

Na mijn afspraak bel ik nog even... En laat ik hem ook weer verder werken aan de presentatie.

Dinsdag... En ik ben helemaal gek. Dinsdag en ik baal als een stekker na twee dagen stilte... Boos, etc. Alle slechte gevoelens staan bovenaan. En ik heb er genoeg van... Eens thuis bel ik hem. Leg ik het hem uit dat het niet echt fijn is hem niet meer gehoord te hebben... Dat het raar is na zo'n zaterdag... En we geraken weer in gesprek, op een aangename manier. Duidelijk in dialoog... Ik die mijn eigen hoofd weer voorbij gerend ben, ik die allerlei conclusies klaar had en die me blijk te vergissen. Een mens kan niet van de ene dag op de andere klikken maar niets zeggen wil ook niet meteen zeggen dat hij weggelopen is... Ok, een mens 'weet' alleen maar dat de deur nog open staat en niet helemaal toe is... Zo voelt het en ik land weer.

Woensdag koken. Dat ging al pakken beter dan vorige week, al blijft het nog altijd raar en heb ik geen reacties klaar op anderen die naar 'ons samen' alluderen... Ik zwijg dan, niet wetende waarover hen in te lichten... Zij, de onwetenden en eigenlijk weet ik het zelf ook niet.
Achteraf in de auto overhandig ik het ingepakte cadeautje... Zijn ipadhoes... Na uuuuuuren werken, terug losmaken, terug opnieuw proberen is het eindelijk af... Klaar om mee naar China te vertrekken. Hij bedankt me en geeft me een kus op de mond en beiden voelen we dat we mentaal daar even blijven hangen. Nog wat praten over China, over zijn vertrek en uiteindelijk beseffen dat je uit die auto moet, wederom.

Naar huis rijden voelt eenzaam... Zwaaien aan de lichten als ik de andere richting op moet rijden en dan slaat het gevoel pas echt toe. Thuiskomen, de zetel en een zakdoek... En dat zet zich verder in de donderdag na het werk... Niet meer kunnen, zonder specifieke reden.

Vrijdag en in de namiddag struin ik door de stad, geniet ik van wat zon en na een paar winkels kies ik terug voor thuis en de zetel en slaap ik wat, daar waar het me deze week aan ontbrak. Ik maak met mezelf de afspraak dat ik hem ergens rond 20u zal bellen gezien zijn vertrek morgen en ik die nog afscheid wil nemen. Maar hij is me voor. Ergens rond half zeven staat zijn naam op mijn gsm... Ik, surfend naar iets supercool in New York, neem op en lach.

'Je lacht al nog voor je goed en wel hebt opgenomen', zegt hij. Ja, ik surf naar iets gewéldig in NY... En normaal zou ik het sowieso regelen maar gezien de omstandigheden twijfel ik. Maar ik blijf toch lachen, en heb het moeilijk het hem niet te vertellen en dat geef ik hem ook toe. Ik zal het je makkelijk maken en je er niet verder over uithoren, zegt hij. 'Als ik een halve dag vraag in New York en je meeneem, zou je dat ok vinden', vroeg ik. Hij zei dat we nog geen plannen hebben gemaakt over New York en dat hij me blindelings vertrouwt dus ja. Maar het is iets duur en mja... We zwijgen er verder over, gaan naadloos over naar zijn vertrek morgen, zijn presentatie die bijna klaar is en nog wat bijschaving vraagt...

Het voelt goed, het voelt warm... Het voelt bijzonder dat hij mij nog belt voor zijn grote reis... We spreken af dat ik zijn goudvis zal verzorgen deze week en ik hoop vurig dat hij niet sterft deze week gezien de andere twee weken geleden de geest gaf en deze toch niet zo ok lijkt... 'Ik verwissel hem gewoon hoor mocht dat gebeuren'. En hij roept 'neeee'. Laat die vis maar een schone dood sterven dan. Maar hij begrijpt dat ik het echt rot zou vinden moest het deze week gebeuren.
Weet je, zeg ik na het half uur telefoneren... Ondanks het feit dat ik je minder hoor dezer dagen, ga ik je toch missen volgende week... Hij lacht, oprecht. We ronden af en hij zegt: ik ben blij dat ik je nog eens gehoord heb. Ik lach hem toe: 'dat is volledig insgelijk'...

Zaterdagmorgen en ik ben reeds vroeg wakker. Ik beloof mezelf om rond half elf, als hij zijn trein richting Parijs zal nemen, hem een sms te sturen. Maar opnieuw is hij me voor. Ergens rond 10u krijg ik het bericht dat hij zich heeft geïnstalleerd in de trein en klaar is voor zijn rit naar Parijs. Ik glimlach van oor tot oor. Ik geniet van dat beeld... Hij, gezeten in de trein die aan me denkt... Ik voel het gevoel van Thailand eerder dit jaar weer naar boven komen en ik mis nu al... Anders dan dat hij hier is en we hebben geen contact... Dit brengt dat gevoel van Thailand weer boven bij me en ik hoop ergens dat dit alles dat effect ook bij hem zou hebben... Thailand was vier weken verlangen naar elkaar weer te zien...

Nog een sms om te vragen hoe laat hij in China zal landen en onmiddellijk antwoord... Ergens rond 6u40 daar en dat is dan 0u40 voor mij... Hij rekent het om en ik glimlach.

Ik reis met hem mee in gedachten, zoek zijn vlucht op en probeer te vinden waar hij is... Ik ontdek dat hij twee uren vertraging heeft in Parijs en ergens in de namiddag word ik weer bang... Gaat het gevoel weer onder mijn borstkas zitten en vindt het geen uitweg. Het knijpt.

00u40 zegt de wekkerradio en ik kijk... Wetende dat hij er nog niet kan zijn door de vertraging maar ik stuur toch een sms, omdat ik het niet laten kan. Rond half drie krijg ik een ontvangstbevestiging en dat geluid maakt me wakker. Ik kijk even op internet, zoekend of het vliegtuig goed en wel geland is. Maar dat is niet te vinden, ik zoek... Tot mijn gsm weer gaat... Hij... Die mijn woorden als eerste daar gelezen heeft en erbij glimlacht... Hij die me 'slaap zacht' toewenst...

En ik lig wakker... Alvorens terug in slaap te vallen.
En ik weet dat ik niet constant mag sms'n...
Maar ik mis... Opnieuw zo hard als Thailand... Wat vreemd is in deze situatie...

Zaterdag is hij terug... En ik vraag me af hoe de week gaat zijn...

Over minder dan twee weken zitten we in New York... maar daarvoor...

Mijn hart... zo voelbaar... zo echt... zo intens... Niet wetende waar het zijn bestemming vinden zal...

dinsdag 4 oktober 2011

Dinsdag

Maandag ergens in de namiddag zag ik zijn naam op mijn gsm die ik voor de zoveelste keer checkte. Een sms… Ademen miss, ademen en kijken. Of hij vanavond nog eens mocht bellen.

Het toeval wil dat ik die avond vergadering had en dat het me dus niet paste maar dat wou ik niet gezegd hebben. Dus zocht ik een ander uur waarop ik bereikbaar was. 16u.

Ik stopte even met werken alvorens ik er later terug aan zou beginnen, ging even langs bij mijn ouders en ging daar even naar boven. Liggend op mijn oude bed met gsm in de hand.

Hij met papieren in zijn hand op weg naar een volgende vergadering en hij klonk zo ‘ok’… Ik, blij hem te horen… En hij merkte het dat dat van diep kwam. Ik kan niet liegen tegen hem. Ik kan niet doen alsof… Ik zei nadat ik toegegeven had wat voor een moeilijk weekend ik achter de rug had, ‘oh, ik heb een FANTASTISCH leuk weekend achter de rug’… hij lachte.

Waarom ik dan niet gebeld had… En even was ik stil… Elke dag tegen gevochten en dan zegt hij me zoiets… slik. ‘Omdat je afstand wil… omdat ik op mijn tanden bijt om dat te respecteren… Of moet ik je elke dag een sms sturen hoe het daar op weekend is…’ ‘Neen, dat zou ook raar zijn’, zei hij, ‘maar ik bel je nu toch ook’…

Zuchtje.

En toch… ik werd rustiger. Daar waar ik de dag had doorgebracht op flanellen benen en met een hart dat voelbaar onder mijn borstkas zit, werd ik daar in dat moment rustig. Daar waar ik ’s middags nog aan tafel vocht om een boterham binnen te krijgen en mijn ouders bezorgd naar me keken omdat ze zagen dat het me niet afging en ik huilde… ‘Ik vecht mama, ik vecht en doe mijn best maar sterk zijn zit niet alleen in je hoofd… Mijn lichaam wil me daar niet in volgen’… Ze was alleen maar stil en keek met die ogen die ik nooit van haar zag.

Door de tijdsdruk van de vergadering besloten we elkaar na mijn laatavondvergadering nog te contacteren. En mogelijk dan ook af te spreken want ja, er waren wel wat punten die overlegd moesten worden. New York als belangrijkste.

Na dat telefoontje heb ik nog een uur moeten bekomen, zittend aan de tafel met een minimum aan eten, om de eenvoudige reden dat meer gewoon niet gaat. En daarna was ik weer rustig, sterker…

Buitenkomen van de vergadering en bellen. ‘Ok, ik kom naar jou’, zeg ik hem.

Binnenkomen, hij die aan het opruimen is – een vrijgezellenleven… - en dan de dingen laat voor wat ze zijn en me vastpakt. Weer die knuffel en even wegzinken boven zijn rechterschouder.

De zetel, een blikje cola en elkaar… Praten over zijn weekend, over het mijne en hij die verbaasd is hoe intens ik dit allemaal beleef. Ik weet hierdoor alleen één ding héél zeker zeg ik hem, daar waar ik me vroeger niet altijd van bewust was: ‘dat ik je heel graag zie’.

Stiltes, gesprekken… Vragen hoe hij dit dan kan aanpakken… (en hij wist dat de oplossing lag in zijn witte schimmel van stal te halen en op mijn oprit te rijden met een halve bloemenwinkel maar tja…).
Ik lach… mijn ridder op het witte paard… Zo stelde ik het me vroeger altijd voor en nu komt hij met dat idee aandraven.

New York… hij wil mee. Ik geef toe dat ik ook zonder hem was gegaan maar dat ik blij ben dat hij meegaat. ‘Ik zal wel een slaapzak meenemen’, zegt hij en zijn lach erbij doet me glimlachen.

‘Het gevoel’ is echter niet veranderd… Hij weet niet waar hij gaat uitkomen, terug bij mij of een van ons met iemand anders… En die woorden raken.

Ticketjes voor Soulwax en Tiga in New York boeken – ja, ik had dat goed opgemerkt en scoorde door dat voor te stellen. Even zitten aan tafel, mijn pumps die zijn ogen uitsteken en lachen… beiden vechten maar een laatste knuffel en buitengaan…

New York… here we come… en mijn hart wordt iets rustiger. Nog vier weken en vandaag begin ik officieel af te tellen… 

zondag 2 oktober 2011

zondag

Vanmorgen vroeg vertrok ik al aan zee. Hoe goed ik er ook opgevangen werd, hoe goed ik er ook mijn ruimte kreeg... Ik kon niet meer... Een weekend dat niet het mijne was. Ik durf zelfs stellen dat het het allermoeilijkste ooit was. Ik was met mijn hoofd bij zijn familieweekend in de Ardennen... Daar waar ik ook had moeten zijn.

Donderdag, vrijdag, zaterdag stilte en straks kan ik zondag daar hoogstwaarschijnlijk ook aan toevoegen. En het snijdt... Elk moment van de dag snijdt het. Ik ben een stukje van mezelf kwijt, zo voelt het. Een heel groot stuk. De tranen komen in golven. Daar waar de zee zachter dan ooit was en bijna geen golfslag te bespeuren viel, rolden in mijn binnenste de emoties in sterke golfslagen naar boven... Slikken, het merendeel van de tijd slikte ik... Tot het op een bepaald moment niet meer lukt.

Cava drinken op een dakterras met je ouders en tegelijkertijd huilen... Huilen om alles wat verloren lijkt... Huilen om de hoop die je nog hebt en het gevaar dat daarin schuilt... Huilen om afscheid dat ik nooit heb willen nemen... Huilen om de familie die aan de andere kant van het land zit en de vragen die er bij horen... Zou hij mij missen? Etc...

Beslissingen nemen... Alleen naar New York te gaan als hij niet mee wil. Ik ga... al zou ik nog altijd graag als twee volwassen mensen die met elkaar kunnen overeen komen naar daar trekken. Maar als dat voor hem niet meer kan, dan heb ik dit weekend beslist dat ik alleen ga...

De zon schijnt, mijn zonnebril op en mijn auto die me terug naar huis brengt... omdat ik het zo wil. En daaronder, tranen... constant tranen... omdat ik dit niet wil. Omdat ik mis wat me zo lief is... Omdat ik niet meer kan...

Hoe lang houdt een mens dit vol? Hoe lang kan een mens dit aan? Geen houvast vinden voelt zo machteloos...

Stilte is moordend...
En ik mis... elke dag een beetje meer...
en ik ben miss... elke dag een beetje minder...

donderdag 29 september 2011

knipogende koplampen

Donderdag…

Binnenin gingen de gevoelens wat liggen vandaag…

Daar waar het dinsdag overdag ging en ik sterk was, crashte ik eens ik op het werk een voet buiten zette… Een potteke pudding, zo voelde ik me…

Naar huis rijden, mijn ouders aantreffen die tuin en huis hadden onderhouden die dag en instorten… Een handdoek diende als zakdoek. Pijn, hartverscheurende pijn…

Weten dat je moet loslaten opdat dit ooit nog een kans zou krijgen… Al weet je niets zeker. Pijn…

Woensdag was ik een schotelvod. De hele dinsdagavond gehuild… En doodop in slaap gesukkeld. Werken woensdag was enkel het hoogstnoodzakelijke en voelen dat je tegen je limieten aanloopt. Problemen die je worden voorgelegd worden je op dat moment te veel.

Dan een sms van hem… Dat hij niet naar de kookles zou komen… En die sms ging recht door mijn lijf. Van teen tot hoofd en terug naar beneden en ik ademde, en ademde en hield dat zo minutenlang vol… Overlopend van gevoel. Een sms terug dat ik ook niet zou gaan en bijkomend informeren hoe het met hem ging.

Op dat moment liep mijn baas bij me binnen om een dossier bij me te leggen en vroeg: ‘hoe gaat het met je rug en de pijn?’, verwijzend naar mijn epidurale van maandag. Ik keek, knikte van ‘nee’ en hij: zoveel pijn? En daar gingen mijn sluizen open… Crashen voor je baas… God damn… Hij sloot de deur, zette zich aan tafel ondanks dat hij geen tijd had… En luisterde tot ik mijn tranen had weten drogen. Een fijne man…

Woensdag thuiskomen… denken… twijfelen… toch sms’n. Of hij al eten had en dat hij anders wat kon komen eten. Direct reactie en dat deed deugd. Hij vond het een goed plan.

Koken, hij die langs komt en die omhelzing… Ik moet er nog bij ademen.

Eten, buiten, het is al donker… Praten… en terug tot rust komen. Dit deed ons allebei goed. Geen mens zal wel begrijpen waarom mensen het uitmaken en twee dagen later er in slagen samen te eten… Maar dat is wie wij zijn. Dat is hoe wij overeen komen… Dat het niet slim is en ik weet niet wat… je m’en fou. Ik volg mijn hart, hij het zijne… Hij zoekt, ik weet gewoon wat ik wou. Mijn zekerheid te merken vindt hij elke keer weer speciaal. Het brengt hem aan het wankelen, in positieve zin. En je merkt dat hij terug draait, zich in zichzelf keert en ik sta op. ‘Sta eens recht…’ en hij kijkt en ik pak hem vast. Minutenlang in de duisternis van mijn tuin…

Een koffie en een thee drinken, en afronden. Hij die naar huis rijdt maar niet alvorens hij me vastgepakt heeft, wederom, minutenlang en me een zoen op mijn voorhoofd geeft. Ik, gewikkeld in een dekentje, wuif, verblind door de koplampen van de auto, hem uit vanop mijn oprit. Hij knipoogt met zijn koplampen en ik glimlach.
En vandaag, donderdag… ben ik rustiger. Vanavond vertrek ik een paar dagen naar zee, uitwaaien… 

dinsdag 27 september 2011

maandag

Hoe schoner dan schoon
hoe echter dan echt
hoe dieper dan diep
gisteren ook was

Hoe pijner dan pijn
hoe eindiger dan eindig
hoe zwarter dan zwart
hoe zilter de tranen vandaag ook zijn

this is where it ends...
ondanks dat ik hem zei dat dit de grootste fout is die hij ooit zal maken...

maar dat 'gevoel' stopte niet na gisteren
al had ik het ook niet verwacht
maar hij wil uit respect voor mij dit niet blijven rekken
en dus is het dit...

Weten dat het goed was, weten dat dit fout is
weten dat hij fout is
en weten dat dit niet aan ons lag... maar wel aan hem
wetende sinds gisteren dat er een patroon in te lezen viel
hem dat vandaag ook getoond te hebben, er op gewezen te hebben
dit is niet de eerste keer dat hij onrust voelt in een relatie
dat heeft hem geraakt

en hij weet het niet
en volgens mij ziet hij het ook niet
maar al wat hij kan doen is dat gevoel volgen

en dat gevoel is weg van mij
het beste wat hem ooit is overkomen
hij, het beste wat mij ooit is overkomen...

en je houdt vast
en hij zegt: ik wil je niet laten gaan
je droogt zijn tranen
met je vingers
een voor een
je doet een stap naar achter
en zegt
'ik sta hier... en dit is mijn hand', die ik naar hem uitsteek...
verwijzend naar iets vroeger op de avond toen ik hem zei
'als er ooit een moment is dat je denkt... dit is genoeg maar die onzekerheid die hoort erbij... pak dan mijn hand en weet dat je er in mag knijpen'...

en ergens van binnen
heerst het gevoel
dat dit nog ooit goed komt
al weet ik niet waarom ik leef in sprookjeswerelden die blijkbaar toch moeilijk bestaan...

want dit was een sprookje
alleen, vandaag... niet met een happy end.

26 september 2011... de dag dat mijn torenhoog geloof werd kapot gevlogen...

zaterdag 24 september 2011

zondag

zondag wordt het fietsen
een tandem die nog ingereden moet worden (ik kreeg hem van mijn ouders cadeau maar we vonden nog geen moment)

een lege haven die ons opwacht
heen is dat 40 km
en we moeten ook nog terug

maar er is zon
en een leeg landschap
ik ga genieten
of ik ga er alleszins van uit

fietsen
en ineens ver
ik moet er nu al om glimlachen
zot zijn doet zeer
morgen zeker

zaterdag

Een tafel, kaarslicht, een deur die openstaat wat zorgt voor de nodige kou. Twee vrienden en een lege stoel voor me... De stoel voelt leeg.

We bestellen eten en ik beloof mezelf die pasta op te eten. Het is een kwestie van focussen en doorbijten maar uiteindelijk is die helemaal binnen. Een opgave.

Bevriend koppel praat, vriend zaagt over de kou en dit voelt alsof dit niet klopt. Zij die een beetje bekvechten en ik die aan mezelf voel dat ik er amper tegen kan. Normaal zou ik het zelfs niet voelen. Ik eigen me de lege stoel toe door er mijn voet op te leggen en ik vraag me af waar hij zou zijn.

Eerste dag stilte.

Een ander bevriend koppel komt erbij en zelfs de warme thee krijgt me niet warm. 5... 5 mensen aan een tafel... En ik, ik wil weg. Ik blijf maar ik voel dat ik er in feite minder en minder ben. Ik geeuw en kan niet stoppen. Mijn hoofd is al thuis.

Ergens voor middernacht zeg ik dat ik aan het crashen ben, het gegeeuw was anderen ook opgevallen. We nemen afscheid, ze kijken bezorgd. Ik wandel, alleen, de kasseien tegemoet op hakken van een centimeter of acht.

Stap per stap... Moeite kost het me. Blijven stappen miss en ademen. En weer overvalt de stress me, weer reageert mijn lijf... Ik hou de sjaal voor mijn mond en concentreer me. Nog even en je zit in je auto. Ik adem, kippenvel raast over mijn huid.

Naar huis, met een lijf dat weer helemaal overhoop ligt...

Slapen, wakker worden en door en door koud hebben, zelfs als de zon schijnt. Het hoofd stopt geen moment met denken en tegen de middag verplicht ik me om me aan mijn naaimachine te zetten. Het project voor de ipadhoes ligt lang genoeg te wachten. Een hoes voor zijn ipad waar ik al eens aan begon. Ik maak graag af wat ik begon en dus begin ik...

Sinds donderdagavond is het stil... Ik weet waar hij vandaag is. Dat lag al maanden vast. Al de vrienden daar, behalve ik vandaag. En het voelt raar.

En mijn lijf ligt overhoop. Kippenvel raast over mijn lijf.
Vandaag zouden we afspreken voor morgen. Ik zwijg... in afwachting van.

vrijdag 23 september 2011

vrijdag

Thuiskomen
je blog openen
en dan Kaajee...

'Meneer Kaajee' zou ik haast zeggen...
Huilen, huilen, huilen... ik denk niet dat ik ooit al zo'n ontroerend antwoord heb gelezen... Dankjewel.

Thuiskomen
nadat een hele dag niets lukte
niet op het werk, niet in de naailes...

Plots is het huis stiller dan stil en daar verschijnt dan zijn naam in mijn mailbox... En ik word stil bij het lezen van de titel: 'jij'.
Ik klik, ik slik en ik neem de telefoon... 
Ja, ik heb het gelezen... 'Ah, want anders zou het wel heel raar zijn'. Ik had mijn telefoon vast om te bellen toen jouw mail bij me binnenviel zei ik'. Er bestaat een woord voor zoiets zei hij... We hebben dat vaker.

Hij die mij in die mail bedankte om er te zijn die avond ervoor, toen ik hem had teruggebeld na koel geweest te zijn bij zijn telefoontje na de kookles... En de telefoon begon mooi maar liep ook weer fout en door het feit dat we allebei niet wilden dat het die richting uit ging draaiden we het ook weer.

Als stilte niet zal werken en enkel de dood van dit alles in de hand werkt, als telefoongesprekken gevaarlijk lijken te worden... Dan is er volgens mij maar één oplossing: 'Gaan we niet gewoon iets 'leuk' doen?'. Op voorwaarde dat het niet nog meer verwarring brengt, zei hij. Ik zuchtte... Hoe kan ik dat nu weten. Ik wil gewoon iets leuk doen... weg die miserie en gewoon 'iets leuk'. Uitwaaien aan de Nederlandse kust of zo.

We sloten af door elkaar te beloven dat we er over zouden nadenken. Dat we iets gaan doen ligt vast. Wat is nog niet geweten en daar moet ik dus verder over nadenken... Zondag... Slaap zacht. Slaap zacht... en weer wacht het bed en alleen zijn.

's Morgens word ik wakker en in een van de eerste tien seconden denk ik: 'Waar is hij'... en dan komt het besef... Raar...

Vandaag was rustig. Genoeg dringende taken op het werk want aan de rest kan ik maar niet beginnen. Vanmiddag gaf ik naailes aan vrouw van mijn neef en het deed deugd. Zij is de enige van de familie die er buiten mijn ouders en zus van weet. Haar oudste kwam thuis, mijn makkertje... En toen ik dat kleine meisje van 5 buiten zat te duwen op de schommel en eikels zat te pellen die op de trampoline lagen overviel het me... kinderen... mja...

Binnen gaan en afronden. Mijn neef die thuiskomt en me vraagt: 'hoe is het met je loverboy' en snel 'goe, goe' antwoorden. En ik adem, neem afscheid en ga naar mijn auto. Ik rijd naar huis, neem mijn spullen bij elkaar en sluit de deur achter me. En bij het uitdoen van mijn schoenen vinden de tranen even snel een weg naar beneden... Thuiskomen is moeilijk... Het huis voelt stiller dan stil... Alleen door het gevoel dat overloopt.

Me op de zetel nestelen, een deken erbij en even later gaat de telefoon. Niet het ideale moment om op te nemen maar ik doe het toch... Beste vriend... 'Hallo'... en hij begrijpt het meteen... 'Niet het goede moment om te bellen blijkbaar'. Geef me twee minuten, vraag ik hem en ik pak mezelf bij elkaar. 'Vanavond, 20u, in de wijnbar, hapje eten, hapje drinken?'... Ja, vanavond... 

En ik weet dat ik mezelf moet buiten schoppen...
'ok'... 'tot straks'...


donderdag 22 september 2011

een donderdag

Er is nog geen dag voorbij gegaan sinds het moment dat hij over zijn 'onrust' vertelde dat we elkaar niet gehoord hebben. Ik probeer afstand te houden maar niets is makkelijk als je hart niet hetzelfde zegt als je verstand.

Ik bewaar de afstand maar hij belt elke avond, soms zelfs op een middag. En als ik die telefoon dan al gemist heb kan ik het niet laten terug te bellen...

Hij ziet af. Dat is hoorbaar. Ik zie af... ook dat is hoorbaar en voelbaar doorheen de telefoon...
Tranen bewaar je voor ' s avonds, krijg je als er een sms komt (niet owv de inhoud maar owv de emotie, de spanning), 's middags wanneer je even niet op je werk bent... Wanneer je je beste vriend aan de telefoon hebt na één week...

En nog is er niets geweten.
Je mag proberen zoiets te forceren maar ook dat werkt niet.
Je mag de afstand houden door niet naar de kookles te gaan maar ook dan belt hij me nadien op.

Hij maakt zich zorgen om me, vraagt zich af hoe het met me gaat...

Beste vrienden weten het nu ook. Daar ging hij in de week naartoe. Ervoor belde hij, erna belde hij en nadat hij buiten was schoten die vrienden direct naar hun gsm om mij een hart onder de riem te steken en te zorgen dat mijn agenda zich vult deze week door afspraakjes met hen. 'Omdat ik nu alle steun kan gebruiken'.

De laatste twee dagen lukt het me beter om gewoon nog maar 'recht' te blijven. Dat superlege gevoel is zich aan het stabiliseren in mijn maag. Maar werken lukt me nog voor geen meter. Ik vraag me honderd keren op een dag af wat het beste is om te doen... ik vind geen antwoorden.

En hij... hij vindt er ook geen.

En zo ben ik anderhalve week verder... huilt mijn hart nog elke dag en vraag ik mezelf af... waar en wanneer houdt dit ooit op? En op welke manier... samen of... De ene keer ben ik er gerust in: 'dit komt goed' en nog geen twee seconden later ga ik in beschermingsmodus en geloof ik er niet in en stel ik me de vraag of ik niet beter zelf de knoop doorhak in plaats van af te wachten. Maar dan weet ik weer wat ik wil en lijkt die laatste actie zinloos tenzij ik wil leven met de 'what if-vraag' voor de rest van mijn leven.

Ik wil dat die onzekerheid stopt en ik heb er juist niets aan te zeggen... 'on hold' zo voel ik me... Niet 'aan het lijntje' want ik twijfel geen seconde aan zijn oprechtheid. Maar 'het niet weten' maakt het niet alleen hem, maar ook mij serieus moeilijk.

Hoe weet een mens of hij voor de jaren die hierna gaan volgen altijd bij elkaar zullen blijven? Hoe weet je dat het gat waar je in veronderstelt bent te springen op deze leeftijd het juiste is... En waarom doet de ene het zonder nadenken en blokkeert de ander bij die vraag zodat we nu staan waar we staan...

Was er maar iets dat niet goed zat... Dan was er alleszins iets om naar te wijzen en waarvan je wist: "Tja, dat was onoverbrugbaar."

Maar dat is er niet... Graag zien, aantrekking, bezorgdheid, troost, gelach... het is er allemaal.
En bijkomend is er de wetenschap van hem 'ik weet het niet'...

En ik vraag me af wanneer dat ophouden zal.

zondag 18 september 2011

zondag

Op zes dagen tijd ben ik 3 kilo kwijt...
Of hoe een lijf de weerbots voelt en alles in verbinding staat.
Ik, de emo-eter van formaat die dat probleem al maanden probeerde te doorbreken slaag er nu als de beste in.
Eten zegt me weinig...

Mama sleurde me vrijdag mee de stad in hier. Achteraf iets drinken en ze forceerde me om een pannenkoek te eten. Zelf at ze niets, ze was niet goed, had tevens een hele nacht wakker gelegen... De tol van mama zijn. De pannenkoek lag meteen op mijn maag... Die wederom draaide.

Het gestarte dieet van half juli heeft er alleen maar voordeel bij, al weet ik dat dit zich moet gaan keren.

Donderdag, na het schrijven van de vorige post, ben ik volledig gebroken... Ik herinner me niet dat ik in mijn leven zo leeg ben geweest. Pijn, verdriet, allemaal bekend maar dat gevoel van donderdagmorgen was angstaanjagend, al was ik niet in staat om angst te voelen. Ik belde mijn moeder. Mijn vader nam op maar ik wou mijn mama. Huilend hing ik aan de telefoon en dat maakte haar alleen maar bang. 'Waar ben je?' en ze herhaalde dat een aantal keren. Meer dan een uur later stond ze hier maar ik was veilig thuis eens ik dat telefoontje gepleegd had. Zo voelde het... 'veilig'.

Ik en mama zijn niet de beste praters... Dat bleek nog maar eens. Ik wou alleen maar dat er iemand was en ze was er. Ik zat daar maar, in de zetel, met een pijn die letterlijk hartverscheurend was. Na een tijd nam ze me mee, mee weg van hier, naar mijn zus waar ook papa was. Ik ben daar in de grote tuin opgevangen, op de schouders van mijn vader en mijn zus die me knuffelde, huilend en steunend op die mijlpalen uit mijn bestaan. Er werd een zetel klaar gezet die goed was voor mijn rug en met jas en al en nog een deken erbij bleef ik het door en door koud hebben. Zo zat ik daar, de hele voormiddag, alleen, met een hond die constant troost bood en waarvan de ogen duidelijk maakten dat ze wist dat ik verdriet had. Met een poes die voor me zat, die naar me toe wilde om troost te bieden, was het niet dat ik angst heb van katten en ik haar dus op een afstand hield.

Leeg, leger, leegst... Ergens tegen de middag vroeg men me iets te komen eten. Een halve boterham, meer lukte me niet. De familie als een goed geoliede machine in gesprek en ik zat daar, in mijn veilige haven, woordenloos. En ergens toen kwam het terug boven: ik wil alleen zijn. Dus bracht zus me terug naar huis. Ik had slaap nodig, slaap. Mijn bed. Het is me toen gelukt 1 uur te slapen. Meer was niet mogelijk.

Ergens tegen de avond koos ik voor de televisie en startte ik een opgenomen aflevering op de recorder. Tot de telefoon overging. Je kijkt en je twijfelt even... Zou ik opnemen? Maar je neemt op.

Hallo... zeg ik met een kleine stem
Hallo... zijn stem is niet veel groter

Of hij de gsmkabel die ik had gevraagd van me en die nog bij hem lag toch mocht komen afgeven in plaats van in mijn brievenbus te steken zoals ik gevraagd had. 'Je bent welkom', zei ik. We logen allebei niet hoe moeilijk de dag ons was gevallen en een half uur later reed hij de oprit op.

Stilte, zoeken naar een vest om het warm te krijgen en de simpele vraag: 'een thee?'. En zo belandden we op mijn zetel en begon er een mooi gesprek. Twee uur lang communicatie in alle rust. Omdat je weet dat vijandigheid, stoere woorden en al de rest van die dingen geen hulp bieden in momenten als deze. Enkel de kalmte en de rust, de nodige stiltes, houden de boel in gang.

Dat hij geen stilte wil. Dat hij het gewoon niet weet... Dat hij verliefdheid wil voelen... We zijn gestart op basis van een heel intense vriendschap, anders dan anderen dus... Maar dat kwam door onze voorgeschiedenis, door het feit dat daar geen emotionele ruimte voor was toen... Maar als hij er terug in schuift wil hij schuiven op een roze wolk...

We nemen afscheid, blij met de babbel, blij met de dialoog die er terug is. Zonder verdere afspraken. Zonder gebruikelijke zoen bij het buitengaan, etc. De vrijdag is stil en tegen de avond denk ik... Als hij wil dat hij er niet alleen in staat in die stilte, dan kan ik maar moeite doen. Denkend dat hij thuis aan het werk was zoals hij had gezegd, bel ik hem en stel ik voor samen een hapje te eten in mijn tuin (er staat nog lasagna die we eerder deze week maakten bij hem in de frigo). Hij blijkt niet thuis te zijn maar op zijn ander werk... Buitenland... Een goed plan, zegt hij, maar er zijn dus praktische bezwaren. En ik besef dat dit telefoongesprek daardoor in feite overbodig is. En toch praat je verder, zeg je dingen die je niet wil zeggen en hou je je hart vast... Druk je op rewind en rewind en wil je niet dat dit telefoongesprek een eigen leven gaat leiden. We krijgen er uiteindelijk terug grip op en ronden na een uur ook af... Maar toch, mijn hart... Dat het over is krijgt hij niet over zijn lippen... Maar toch, wat is dit dan?

Zaterdag... en ik zwijg. Ik zwijg, probeer mezelf in gang te houden achter mijn naaimachine en het lukt maar toch... traag, langzaam, in horten en stoten... Bezig blijven, miss, bezig blijven. Tegen de avond komt zus me volgens afspraak halen voor een avondje film. Ik shot mezelf buiten. Ik kan terug in kleedjes waar ik al lang niet meer in kan en ik besluit die aan te doen, kwestie van dat deel van mezelf niet te verwaarlozen.

In de auto eet ik een koek en zus kijkt naar me: 'je eet toch wel he?'. Ik geef toe dat het weinig is... Cornflakes is wat ik binnen kan houden, zeg ik haar. Zij... tsss: ldvd? En mijn tranen wellen al op bij dat domme woord. 'Ja, lach er maar een beetje mee', zeg ik haar en ze schiet hard in de lach: 'je weet dat je dat niet mag zeggen tegen me, antwoordt ze, dan moet ik zeker lachen' en ik lach mee.

Avond, terug thuis en liggend in bed. Slapen zal voor later zijn. Plots een sms... Hij... Ik staar even naar dat scherm voor ik open... Hij had wat gewerkt, maar toch was het een vreemde dag... Slaap zacht, voegt hij er nog aan toe.

En ik staar... wel 20 minuten lang alvorens ik antwoord. Allerlei antwoorden schieten door mijn hoofd, de ene al voorzichtiger, de andere al stouter en ik weet het niet... Het wordt uiteindelijk 'Slaap zacht. En als morgen nog vreemder mag en er is ruimte voor hooverphonic, i'm in'.

De slaap wordt gevat, wederom in pozen... In totaal 5 uren vannacht en daar ben ik ruim blij mee. De zondagochtend is zelden zo leeg geweest. Een bed alleen, een gemist ontbijt... En tegen een uur of half elf houd ik het niet meer en denk ik: ik weet dat het fout is maar toch bel ik hem. Na enige keren neemt hij op. 'Hij had me ook willen bellen vandaag. Hij zou graag samen naar Hooverphonic gaan'... 'Dan doen we dat gewoon', zeg ik hem. En wat met eten, vraagt hij, die lasagna komt stilaan mijn oren uit. Ik lach. Ok, iets kleins dan omdat ik ook toegeef dat eten niet echt mijn ding is dezer dagen en het me moeite zal kosten. Iets kleins, ok.

17u45 bij mij?
17u45. Ik zal er zijn, zeg ik hem.

donderdag 15 september 2011

En mijn hart blijft achter...

En plots is alles anders...
Van de ene dag ga je naar 'er is onrust in mezelf'
over 'ik heb tijd nodig'
over 'we zien elkaar beter een tijdje niet meer zodat ik dit gevoel kan uitzoeken'...

En ik vloeide leeg
alsof er enkel nog een lijf is
Opmerkingen als 'je ziet er belabberd uit', 'voel je je niet goed' of 'heb je pijn aan je rug' sierden gisteren mijn dag op het werk. Ik geraakte amper vooruit... Zij, niet wetend waardoor het kwam.

Plots weet hij niet meer of dit 'genoeg' is. Of het bindingsangst is of het niet bestemd is te zijn...
Niet plots... blijkbaar een niet weg gegane twijfel sinds die er al was voor we iets begonnen...
'Jij hebt mijn hart uiteindelijk open gebroken die dag dat we iets begonnen', zei ik hem gisteren, 'niet andersom'. Dat weet hij.

Dat hij dit nog nooit heeft meegemaakt, zo 'connecten' met iemand... Dat ik uniek ben... Dat hij weet dat hij daar heel spaarzaam mee moet omgaan...

Van praten in een zin over kinderen en hij die zegt 'we zouden dat goed doen' naar terug vrienden zijn en ik die zeg dat dat niet meer kan. Al moet ik er mijn leven voor omgooien door dezelfde vriendenkring maar terug naar hoe het was voor we iets begonnen... Neen, ik hoor een giga-déjà-entendu uit mijn verleden en weet: neen... dat gaat niet... Al wil ik hem nu geen ultimatum van 'alles' of 'niets' stellen maar toch zeg ik het hem dat ik dat niet kan.

En toch... lag ik vannacht alleen in mijn bed. Sliep ik de laatste drie dagen amper 2u en half aan een stuk... Heb ik de helft van de nacht en gisteren overdag op het toilet doorgebracht... Braken, diarree en lijkbleek... Mijn lijf wil niet mee... En mijn hart blijft achter.

En ik heb geen hoop dat dit nog goed komt... Niet wanneer de communicatie stopt. Niet wanneer er niet meer afgesproken wordt... Dan zal de rust wel weder keren, dan zal de onrust wel zakken en door het feit dat die onrust zakt zal hij menen dat dit het beste voor hem is... Ik gun hem zijn geluk, vanuit de grond van mijn hart wil ik niets liever dan dat...

Zondag een ticket voor Hooverphonic: 'als je stilte wil zal je die van mij krijgen maar dan zoek je ook best iemand om mee naar Hooverphonic te gaan', waarop hij zo kijkt... Al de tickets voor het komende jaar... de reis naar New York eind oktober waar we één jaar samen vieren (de vliegtuigtickets op naam en het appartement zijn geboekt en betaald)... 'Zoek eerst dit maar uit, daarna praten we wel over de rest', zeg ik hem.

Maar er is geen hoop meer. Na een gesprek gisterenavond na de kookles waar ik me recht heb weten te houden (een wonder), geloof ik niet dat ik mezelf dingen moet gaan wijsmaken en hij plots 'eureca' zal zeggen en 'weten dat dit genoeg is'.

En mijn hart blijft achter...