dinsdag 9 juli 2013

D-day


Zaterdagmorgen en ik ben wederom veel te vroeg wakker. Benieuwd naar de dag en anderzijds dat gevoel van binnenin dat al een hele week sluimert: ik wil dat het stopt… Het idee speelde zelfs in mijn hoofd deze dag af te zeggen. Gewoon ‘teveel’… en ik wil vooral dat dit gevoel stopt… Die onzekerheid, die ‘in between’… Maar doorheen de week heb ik tegelijk telkens de reflex gehad om te ademen, niet overhaast te handelen en deze zaterdag af te wachten.

De zon schijnt en het is warm en ik besluit in plaats van met de tram met de fiets te gaan. Een half uurtje de trappers rond draaien en ten volle genieten van die eerste echte zomerdag. The National in mijn oren. Het nieuwe album ken ik ondertussen vanbuiten en ik zing af en toe zelfs mee.

It's fireproof
Nothing breaks your heart
It's fireproof
It's just the way you are

Ik ben iets eerder op de afspraak, lees nog wat en even later zie ik hem glimlachend op me af komen met fiets. Hij rinkelt en ik weet waarom.

We kiezen een nieuwe zonnebril voor hem en fietsen naar een plek om op een terras te ontbijten. Wat moet een mens meer hebben om de dag mee te beginnen?

Om 14u moeten we in Gent zijn’… De dag bleef vaag en spannend en hoezeer ik graag de controle in handen heb, het beviel me wel. Ik zei hem dat ik geen idee had. ‘Veel buiten’, ‘dockingstation voor muziek’, ‘Gent’… Geen idee.

Wederom op de fiets door de stad naar zijn appartement. ‘Koude champagne’ werd toegevoegd aan het lijstje en nog steeds had ik geen idee.

Ik betrap me erop dat de glimlach niet te onderdrukken is. De auto in en de gps wordt ingesteld en ik mag niet kijken. Eens geparkeerd heb ik nog steeds geen idee. We wandelen even en hij vraagt of ik het nu nog niet weet. Ik kijk verbaasd maar merk aan de overkant bootjes waar op staat ‘te huur’… ‘Gaan we bootje varen?’. ‘Ja, maar niet in die bootjes, in deze’ en hij wijst naar de boot die langs deze kant van de oever ligt… Wauw… mijn ogen worden groter, mijn mond een beetje open en terug dicht en het enige wat je van mijn gezicht kan lezen is verbazing.

Even later krijgen we instructies hoe je de boot aan en uit, sneller, trager, vooruit, achteruit moet sturen. Een kaart bij de hand, mijn matroos aan het roer en mijn schoenen worden aan de kant gezet… Genieten… Muziek op, champagnefles open en we varen de Leie af. We wuiven als volleerde schippers naar elke andere schipper, een gebruik dat we al snel overnemen van de anderen. We klinken en drinken, wisselen af met het roer en genieten van het groen, de zon, het ongekende en vooral van elkaar.

Vier uren waren er gereserveerd en dat gaf ons genoeg tijd om tot in Sint-Martens-Latem te varen en terug te varen en nog even tijd te hebben om  langs de Ketelvest te varen.

Varen zorgt voor een enorm zen-gevoel. We gleden er allebei moeiteloos in en we betrapten er ons bij het uitstappen op dat we precies op vakantie waren.

De dag is nog niet gedaan, liet hij weten. Ik keek verbaasd. Half zeven… Welke plannen had hij nog. ‘Zin in een optreden?’ Ik glimlachte weer. En enkele minuten later waren we onderweg richting ‘Rufus Wainwright’ in het Rivierenhof.

Er is geen plaats op deze wereld waar de zomer meer zomer voelt als daar, openlucht, met twee naast elkaar, muziek, en de avond die stilaan rond je valt…

Af en toe die vingers die elkaar vinden, die kleine aanrakingen waardoor je in die arena helemaal alleen lijkt te zijn en al de rest rond je vervaagt, buiten de muziek. Mijn hoofd op zijn schouder bij het laatste nummer en dat gevoel vol rust van diep vanbinnen.

Elf uur en we wandelen naar de auto. Niet teveel woorden nodig, het zen-gevoel overmeestert. De avond is nog te jong om naar huis te keren en we besluiten nog naar een verjaardagsdrink te gaan van een van zijn collega’s. Een pleintje, een hoop gelijkgestemden die de zomer en een verjaardag indrinken, kleurrijke lampionnetjes en een bank en wat klapstoeltjes… wederom: meer heeft een mens niet nodig.

Wanneer het om 2u toch net iets te koud begint te worden besluiten we dat het genoeg is geweest voor vandaag. Terwijl we terug naar de auto wandelen opper ik dat ik nog steeds met de fiets kan terugrijden naar huis zo meteen. Hij verbiedt het en we glimlachen naar elkaar.

Zondagmorgen en er is weinig tijd. Hij wordt verwacht op een familiefeestje tegen de middag en ik fiets, dit keer met Ane Brun in de oren, naar huis. Onderweg een tussenstop langs de winkel met ingrediënten voor de bbq van ’s avonds.

Tegen 16u rijd ik richting bbq waar we met de vrienden hebben afgesproken. Onze vertrouwde plek aan de Schelde, veel te veel eten, dekentjes, cocktails met vers gecrusht ijs (zotte vrienden met ijscrushmachine…) en de zon zijn het ideale recept voor een geslaagde en gezellige avond. Iedereen die ligt, lacht, hij die op mijn buik ligt met zijn hoofd… Geen een die iets zegt.

Wij fietsen naar hem thuis en houden onderweg nog even halt bij een zomers feestje waar we op een afstand naar kijken. Arm in arm, lachend naar de zomer.

Eens thuis, met fietszakken gevuld met overschotjes, vraagt hij: ‘blijf je slapen of ga je naar huis’ en ik geef toe dat ik er nog over aan het nadenken ben. Eerst nog een glas water na dat fietsen en dat eten in de koelkast zetten.

Want hoe geweldig mooi de zaterdag ook was, ergens zit die vraag nog vanbinnen, ergens zit die onzekerheid nog vanbinnen… Ergens gewoon ook vraag ik me af of die zaterdag iets veranderd heeft. En dus twijfel ik over het al dan niet naar huis rijden.

Zittend op de keukenvloer, rustend tegen de muur met mijn hoofd en in mijn linkerhand een bijna leeg glas water komt hij bij in de keuken zitten. We hebben het over de vrienden en hij die meent dat ze blind moeten zijn om het niet door te hebben… Ik weet dat maar één iemand hem er individueel over zal aanspreken en ik stel hardop de vraag die ik mezelf stel: ‘Wat ga je hem dan zeggen’? ‘Dat we het nog een kans geven’, rolt er als vanzelf uit.

Ik land in dat moment. We zien nog een serie terwijl ik op zijn schoot met mijn hoofd in slaap val. Erna lig ik in bed wakker… Typisch.

De maandag begint de werkweek weer maar ik besef dat er een van de mooiste dagen in mijn leven zijn gepasseerd het afgelopen weekend. Toch ben ik niet uitgelaten, spring ik niet rond als een veulen en merk ik in de auto dat er nog steeds een vorm van onrust in me zit.

We hadden niets afgesproken voor de maandagavond maar ergens in de namiddag stuur ik toch een sms na lang getwijfel om te vragen of hij al plannen had. Even later de telefoon. Hij had afgesproken met de twee vrienden voor de Argentiniëreis. ‘Ik ga daar even polsen…’, zegt hij.

In dat moment doet mijn hart ‘plop’… Glimlach ik en besef ik dat ik redenen genoeg heb om gelukkig te zijn… Hij meent het… Argentinië ergens in oktober en waar dat vorige week nog een twijfel bij hem was, was hij het die me nu overtuigde door te polsen bij de vrienden of ik mee kon… Al wisten we beiden het antwoord al.

’s Avonds, na mijn werk belt hij dat ze op het punt staan om iets te gaan eten. Ik had al gegeten en dus besluiten we later af te spreken. Hij belt erna en vraagt of hij nog mag afkomen. En plots besef je dat je echt weer vertrokken bent…


Doodmoe zijn we en onder de dons kijken we elkaar aan, nietszeggend maar beiden zo hard aan het glimlachen. ‘Je ziet er zo gelukkig uit’, zeg ik hem. ‘Ik was net hetzelfde van jou aan het denken’… ‘Jij maakt me gelukkig’, zegt hij en zijn ogen vallen stilaan toe. ‘Slaapwel’… en de nacht neemt het over.

vrijdag 5 juli 2013

zotte zaterdag

Zondag was een zondag zoals een zondag zou moeten zijn. Het was zo'n dag waarin je allerlei afspraken hebt staan en waar je inrolt. Ontbijten op de Zavel, naast elkaar gezeten met elk een krant en rustig wakker wordend. Maar het gaat me niet om de invulling van de dag... Het gaat me om de blik wanneer ik - zoekend naar de tickets - waar heb ik die toch gelegd - zo typisch - die ik krijg wanneer ik open doe en naarstig verder zoek. De minieme aanraking wanneer hij me passeert... De blik waarvan je weet dat mocht je er een foto van trekken al de rest rondom ons wazig zou zijn.

Zo belandden we zondagavond op de zetel, na een meer dan fijne dag en de woorden rolden er vanzelf uit. Er wordt openlijk gepraat over hier terug in stappen maar zonder de onrust die bij hem vanbinnen zat. Hoe we dat kunnen oplossen. Over samenwonen, over kinderen... Het hoofd brengt ons naar alle richtingen en de vraag is waar ons gevoel ons brengt. We weten dat dit uniek is... Maar hij wil vooral zeker zijn dat die vonk er is, dat dit niet alleen ratio is...

We twijfelen, ik twijfel... Het voorgaande werkt allemaal zo verwarrend... Is het afstand of is het elkaar zien dat dit gaat duidelijk maken. Ik weet het niet. Hij wil elkaar blijven zien, blijven dingen doen...

Hij wil die vonk voelen en zegt: 'we moeten eens iets zot doen'... En ik kijk... Wat is 'zot doen' in iemand zijn ogen want die definitie ligt overal anders meen ik. Dus vraag ik het hem. 'Ben je zaterdag vrij'? Ik denk even na, mijn ogen draaien doorheen mijn geheugen en ik knik... 'Ok, ik regel het'.

Miss abnormalia die zelf iets niet regelt... Ergens is het spannend... De dagen erna is er stilte en ik vecht tegen die stilte... Stilte maakt onzeker maar ik vecht omdat ik weet dat een beetje afstand nu nodig is. Wetende dat mijn leven alle kanten uit kan momenteel maakt me onrustig.

Woensdagavond een 'zomaar'-telefoontje van hem en plots gaat de storm binnenin liggen. Na een helse dag op het werk is het fijn figuurlijk thuis te komen, mijn zeg te kunnen doen en gewoon... thuis te komen...

Zaterdag gaat nog door. Ik ben benieuwd. Het voelt een beetje als de Sint die komt in de zomer: 'iets om naar uit te kijken, wat brengt hij mee... Spannend, als een klein kind slaap je de dagen ervoor alles behalve... en wil je vooral dat de dag er zo snel mogelijk is. 6 december wordt 6 juli.

Ik hengel naar een tipje van de sluier. Ik krijg er in de loop van de week twee: 'We gaan veel buiten zijn. Laat de zomer maar beginnen' en of ik mijn docking station voor muziek te spelen wil meebrengen en helemaal opgeladen... Ik gniffel als een klein kind...

Zotte zaterdag... Wat moet een miss zich daarbij voorstellen... Wat gaat die zaterdag zijn en vooral... Wat gaat die zaterdag vertellen...

Vrijdag... en ik wou dat ik niet al van iets na 3u wakker was... Ik wil zaterdag... 'zotte zaterdag'...


donderdag 27 juni 2013

Doorheen de wolken

Woensdagnacht... Ik draai, word wakker en kijk naar de wekkerradio die minimaal de kamer verlicht en me vertelt: 3:00u... Ik hijs mezelf uit bed, loop met een leeg gevoel naar de badkamer en zet me even op het toilet... De spiegel kijkt me aan en de lange slierten haar hangen op mijn schouders en ogen vertellen en doen me terug richting bed draaien. Ik vlij me neer onder de dons en ik grijp mijn toetsenbord... Schrijven... Schrijven... Schrijven, miss.

Turend, knikkend met een lege maag en een wee gevoel en starend naar de gitzwarte duisternis die vol witte vlekken blijkt te zitten eens ik die probeer te lezen. Mijn vingers lopen niet zo vlot. Ingehouden, bevragend naar waar ze naartoe dansen... Naar waar ik naartoe dans...

Mijn lippen knijpen zich even op elkaar en ik besef in welk vacuüm ik me bevind en had nooit verwacht mezelf hier nog ooit tegen te komen. Ik sluit mijn ogen, mijn ene hand op mijn voorhoofd en ik zie hem voor me vanavond... En ik zie hem en mij de voorbije maanden en maak me de bedenking hoe we hier weer zijn terecht gekomen. Weer... Al beseften we, eens hij de deur uitwandelde dat de 'weer' ons nu op een kantelpunt brengt...

Begin juni gingen we samen met de vrienden op citytrip. De lang geplande reis waarvan we beiden op een bepaald moment niet eens wisten of we, los van elkaar, daar mee naartoe zouden gaan... We waren er. Hij, ik... de vrienden... Zes dagen lang. Ik belandde er vooral met een stuk angst en vragen voor mezelf en vroeg me af hoe dat allemaal zou lopen.

En plots zit ik in dat vliegtuig... Taking off... pfiewwwwww... 'weg'... En onthecht ik me van een wereld waarin ik maanden boos ben geweest, vol verdriet en met een evolutie naar elkaar terug zien. Meer niet... Door de wolken. Ik land in een wereld met bekenden rond me en tussen een taal en een schrift dat me vreemd is waardoor de enige binding deze is die me zo vertrouwd is. En net daar ontstaat de grootste confrontatie met mezelf. Hoezeer ik ook tekst en uitleg probeer te zoeken in dat vreemde land, hoe kleiner de barrière tussen hem en mij aanvoelt. Want in al die drukte van een grootstad ontwikkelt zich een kleine cocon. Hij, ik... en dat veilige gevoel. Kijken naar elkaar en de andere lezen zonder dat er taal nodig is. Ergernissen zoals die gebruikelijk in een groep op reis ontstaan en twee mensen die kijken naar elkaar en weten dat de ander er net zo over denkt... En ergens, tussen de koffies, het fruit en de nachtelijke bezoeken aan de supermarkt waar we de lunch voor de dag erna bij elkaar winkelen voel je die geborgenheid en kom ik thuis. Komen wij thuis... Vliegen we opnieuw door de wolken en wacht er die lange strook asfalt en al die mensen die je voorbij lopen en richting kiezen.

En ik laat het los, het is voorbij... In mijn hoofd zitten er vragen en besef ik dat ik iets ben tegengekomen waarvan ik niet wist dat het ooit nog zou bestaan. Maar ik laat het los... En in de dagen erna gebeurt er niets en iets... Er is iets klein dat op kousenvoeten trappelt. Ik besef het maar weet het amper.

Dinsdagavond en iedereen komt samen maar ik moet passen omdat ik al had afgesproken met een vriendin. Het voelt raar om te weten dat de hele bende bij elkaar zit en dat ik er niet ben. Dus sms ik na mijn afspraak met de vraag of ze er nog zijn. Ik krijg net iets te laat een sms terug van hem en besluit dat mijn zotte jaren voorbij zijn en dat ik geen rechtsomkeer meer maak. Maar ik glimlach wel. Eens thuis in bed verschijnt zijn naam op het scherm. 'Hallo'... En 19 minuten later duw ik af en overvalt me een gekend gevoel... Dat languit praten aan de telefoon is hoe het ooit allemaal begon. Het voelt goed. De vragen die ik er bij heb bestaan maar meer ook niet.

Ik zit in de auto, woelig verkeer rond me en er weerklinkt een biep uit mijn handtas. 8u01... Wie sms't me op dit uur? Ik grijp naar mijn gsm, zie zijn naam en 'ik heb 'm' en roep 'woehaaaaa'. Focussen op de weg, parkeren op het werk en onmiddellijk bellen. Hij heeft de bevordering en ik ben een hele morgen dolblij en besef hoe raar het is om opgewekt en blij rond te lopen omdat hij geselecteerd is na dat examen...

Die avond heeft hij afgesproken en ik had gepast voor die afspraak maar bedenk me dat ik misschien nog even kan passeren dus informeer ik even hoe laat ze daar zullen zijn. Hij belt. Die afspraak gaat blijkbaar niet door. Maar ergens in dat gesprek regelen we een afspraak in een restaurant een uur later en vieren we zijn promotie. Mijn afspraak voor die avond wordt zonder veel nadenken, al ben ik er me van bewust, geannuleerd.

Hij en ik aan een tafel in een plek waar we altijd graag hebben gezeten. Carpaccio delend en klinkend met een glas cava. Lachen en zelfs ontroering door zijn oma die belt. En er rollen een paar tranen omdat ik er de schoonheid van zie. Wederzijdse ontroering door dat moment. En we rollen in een gesprek dat plots 'over ons' gaat. Over dat gevoel dat weer naar boven is gekomen op die reis en de vragen, de angst die er bij bestaat. Hij die zegt niet meer terug dat gevoel waar het allemaal op fout is gelopen te willen tegenkomen, die twijfel.

We lopen over straat, los pratend en tegelijkertijd voel je de spanning waar we eens thuis aan toegeven... Twee lichamen, een lamp die enkel brandt in de keuken en een zetel om op te huizen. En nu... Elkaar vasthouden, innig en denken, voelen... en nu?... We zitten beiden in een spiraal, alles vliegt door twee bovenkamers... Ik weet wat ik voel en ik weet wat doorweegt... Graag zien.

Eerder op de avond vroeg ik hem: 'stel... ik, aan de andere kant van de wereld, kom iets tegen en bel je op... Zou je de wereld oversteken?'. Hij moet daar amper over nadenken en over de 'ja' die ik krijg bestaat geen twijfel. En nu, later op de avond, kijk ik hem aan, daar, in de nacht vol gevoel, vol twijfel en zeg hem: 'ik zou de wereld ook oversteken...'

Bijna 4u 's nachts... Alleen in mijn bed en we weten dat het alles of niets is nu... We weten het... maar ik weet niet waar we gaan uitkomen. Zondag planden we een ontbijt, een tentoonstelling en een dansvoorstelling... En nog voor er ooit sprake was van vanavond bedacht ik me: misschien ligt daar ons afscheid wel na zo'n dag... Omdat ik diep vanbinnen wist dat we het niet konden maken telkens tegen dat gevoel te blijven aanlopen. En dan was er vanavond... Dan lig ik wakker op een moment dat ik nooit had gedacht dat het me zou overkomen...

En nu...

dinsdag 9 april 2013

Woensdagavond...


black and white night photographyIk kijk naar mijn vingers, niet naar het scherm… Ik voel het getik, van de vingers hoor ik ze… Mijn hart slaat enkele seconden sneller per minuut. Ingehouden spanning zorgt voor jeuk in mijn bovenkamer. En langzaam tuurt mijn hoofd doorheen de ruimte, zoekend naar houvast, naar een horizon om eindig op te staren in de hoop daar antwoorden te vinden. Antwoorden drijven niet mee met de wolken.

De afgelopen maanden waren één grote tuimeling. Holderdebolder donderde ik naar beneden… ergens begin november… Zomaar… Terwijl we wachtten op een dampend bord warm eten, zei hij: ik ben bij haar blijven slapen…  En plots, in een oogwenk, staat dat bord voor je ogen te dampen en wil je je adem onder controle krijgen en staar je naar je handen in je schoot. Elke vezel van je lichaam onttrekt zich van de energie die er een uur eerder nog doorstroomde. Ademen miss, ademen…

Verscheurdheid, onvermogen… geen ongeloof maar verslagenheid… Drie jaar van intense vriendschap, zoals er nooit een andere is geweest – ook hij kon dat niet ontkennen… Een jaar relatie en een jaar erna de schemerzone waar we beiden geen definitie voor hadden… Al zag hij het wel als een relatie, gaf hij toen toe… En toch koos hij ervoor om me dingen niet te vertellen... Toen, toen het te laat was en hij alles opblies…

Letterlijk, alles… De vriendenkring waar we al jaren deel van uitmaken, nog voor dit allemaal groeide… De intense vriendschap, elkaar voortdurend zien… Ik blies het allemaal op. Als ik moest loskomen van, dan zou het enkel op deze manier gaan… Door me er volledig van los te maken en te zwijgen in alle toonaarden wanneer er via mail, telefoon, sms probeerde iemand in contact te komen.

Rond oudjaar ontstond er een driehoeksverhouding tussen mij, hem en de vriendengroep… Wie nodig je uit, allebei en laat je dan aan ons de keuze… Niet communiceren zorgt dan voor veronderstellingen waar ik een hekel aan heb. Dus koos ik op dat moment voor de dialoog en beet ik door die avond waarin ik mezelf harder dan verwacht tegen kwam… Zij die er niet bij was maar alleen haar naam al maaide mijn voeten onder mijn lijf weg… Zijn blik toen iedereen iedereen zoende met ‘de beste wensen’… Ik krijg er nog kippenvel van…

Die nacht holde ik naar huis, op zoek naar een nieuw jaar dat van mij gewoon mocht worden overgeslagen. Twee uren later lag ik klaarwakker in mijn bed... De korte slaap had geen verschil gemaakt…
Ik besloot me terug te trekken en voort te gaan met hoe ik bezig was. Alles hield op. Alles… Ik zocht een weg naar nieuwe zaken om me mee bezig te houden en mijn leven opnieuw op te bouwen, zo voelde het alleszins… Los van alle mensen met wie je de afgelopen jaren weekends hebt doorgebracht… Los ook van hem en ik zag maar één manier…

De ademhaling werd rustiger, het gevoel veranderde amper… Zoekend naar mezelf… Maar het woord eenzaam had nooit een hardere betekenis dan de afgelopen maanden. Ik smeet mezelf in de dingen en tegelijkertijd voelde ik dat er een deel van mij gedoofd was. De waakvlam… uit.

Twee zondagen geleden was ik bezig en toen ik mijn mails op een moment checkte stond ik zeker twintig seconden verstijfd te staren… letterlijk: stil. Zijn naam… Hij die mailde dat hij graag eens wou afspreken en ik die niet zou weten waar wij over moesten ‘bijbabbelen’… Dat vertrouwen is zo geschonden dat ik niet het gevoel  had te willen delen…

Dus vloek ik een hele week binnensmonds en laat ik dat schrijven voor wat het is en hul ik me terug in stilzwijgen…

Tot zaterdagnacht een vriend me contacteert en zegt: het is uit tussen hen… meer dan dat weet ook hij niet.

In een keer krijgt de mail van vorige week een andere toonaard, begrijp ik die zinnen meer en besef ik dat het tijd wordt om te praten. Dat de vrienden, met wie er een reis vast ligt, ook een antwoord moeten krijgen, alvorens er weer een driehoeksverhouding bestaat in die communicatie.
Dus vraag ik tijd aan de vriendin via mail, beantwoord ik zijn mail met 'dat ik wil afspreken' en is de nacht weer even kort dan de voorbije maanden…

’s Morgens vroeg… ik ben al wakker… zijn antwoord. We leggen woensdagavond vast. Meer dan dat ook niet, geen locatie, geen uur, enkel de datum… Mijn initiatieven zijn beperkt, hij is aan zet vind ik.
En sindsdien gaan er duizenden vragen door mijn hoofd, ontstaat er in een flits zelfs hoop en vind ik dat nog de meest beangstigende gedachte van allemaal. Daar waar ik niet wist dat er nog iets in me zat, kwam in de afgelopen dagen weer allemaal los… Confronterend… Beangstigend… En veel vraagtekens… Het hart neemt bij momenten het hoofd over en ik probeer me er voor te behoeden…Wat wil hij... Wat wil ik...

Woensdagavond…