donderdag 27 juni 2013

Doorheen de wolken

Woensdagnacht... Ik draai, word wakker en kijk naar de wekkerradio die minimaal de kamer verlicht en me vertelt: 3:00u... Ik hijs mezelf uit bed, loop met een leeg gevoel naar de badkamer en zet me even op het toilet... De spiegel kijkt me aan en de lange slierten haar hangen op mijn schouders en ogen vertellen en doen me terug richting bed draaien. Ik vlij me neer onder de dons en ik grijp mijn toetsenbord... Schrijven... Schrijven... Schrijven, miss.

Turend, knikkend met een lege maag en een wee gevoel en starend naar de gitzwarte duisternis die vol witte vlekken blijkt te zitten eens ik die probeer te lezen. Mijn vingers lopen niet zo vlot. Ingehouden, bevragend naar waar ze naartoe dansen... Naar waar ik naartoe dans...

Mijn lippen knijpen zich even op elkaar en ik besef in welk vacuüm ik me bevind en had nooit verwacht mezelf hier nog ooit tegen te komen. Ik sluit mijn ogen, mijn ene hand op mijn voorhoofd en ik zie hem voor me vanavond... En ik zie hem en mij de voorbije maanden en maak me de bedenking hoe we hier weer zijn terecht gekomen. Weer... Al beseften we, eens hij de deur uitwandelde dat de 'weer' ons nu op een kantelpunt brengt...

Begin juni gingen we samen met de vrienden op citytrip. De lang geplande reis waarvan we beiden op een bepaald moment niet eens wisten of we, los van elkaar, daar mee naartoe zouden gaan... We waren er. Hij, ik... de vrienden... Zes dagen lang. Ik belandde er vooral met een stuk angst en vragen voor mezelf en vroeg me af hoe dat allemaal zou lopen.

En plots zit ik in dat vliegtuig... Taking off... pfiewwwwww... 'weg'... En onthecht ik me van een wereld waarin ik maanden boos ben geweest, vol verdriet en met een evolutie naar elkaar terug zien. Meer niet... Door de wolken. Ik land in een wereld met bekenden rond me en tussen een taal en een schrift dat me vreemd is waardoor de enige binding deze is die me zo vertrouwd is. En net daar ontstaat de grootste confrontatie met mezelf. Hoezeer ik ook tekst en uitleg probeer te zoeken in dat vreemde land, hoe kleiner de barrière tussen hem en mij aanvoelt. Want in al die drukte van een grootstad ontwikkelt zich een kleine cocon. Hij, ik... en dat veilige gevoel. Kijken naar elkaar en de andere lezen zonder dat er taal nodig is. Ergernissen zoals die gebruikelijk in een groep op reis ontstaan en twee mensen die kijken naar elkaar en weten dat de ander er net zo over denkt... En ergens, tussen de koffies, het fruit en de nachtelijke bezoeken aan de supermarkt waar we de lunch voor de dag erna bij elkaar winkelen voel je die geborgenheid en kom ik thuis. Komen wij thuis... Vliegen we opnieuw door de wolken en wacht er die lange strook asfalt en al die mensen die je voorbij lopen en richting kiezen.

En ik laat het los, het is voorbij... In mijn hoofd zitten er vragen en besef ik dat ik iets ben tegengekomen waarvan ik niet wist dat het ooit nog zou bestaan. Maar ik laat het los... En in de dagen erna gebeurt er niets en iets... Er is iets klein dat op kousenvoeten trappelt. Ik besef het maar weet het amper.

Dinsdagavond en iedereen komt samen maar ik moet passen omdat ik al had afgesproken met een vriendin. Het voelt raar om te weten dat de hele bende bij elkaar zit en dat ik er niet ben. Dus sms ik na mijn afspraak met de vraag of ze er nog zijn. Ik krijg net iets te laat een sms terug van hem en besluit dat mijn zotte jaren voorbij zijn en dat ik geen rechtsomkeer meer maak. Maar ik glimlach wel. Eens thuis in bed verschijnt zijn naam op het scherm. 'Hallo'... En 19 minuten later duw ik af en overvalt me een gekend gevoel... Dat languit praten aan de telefoon is hoe het ooit allemaal begon. Het voelt goed. De vragen die ik er bij heb bestaan maar meer ook niet.

Ik zit in de auto, woelig verkeer rond me en er weerklinkt een biep uit mijn handtas. 8u01... Wie sms't me op dit uur? Ik grijp naar mijn gsm, zie zijn naam en 'ik heb 'm' en roep 'woehaaaaa'. Focussen op de weg, parkeren op het werk en onmiddellijk bellen. Hij heeft de bevordering en ik ben een hele morgen dolblij en besef hoe raar het is om opgewekt en blij rond te lopen omdat hij geselecteerd is na dat examen...

Die avond heeft hij afgesproken en ik had gepast voor die afspraak maar bedenk me dat ik misschien nog even kan passeren dus informeer ik even hoe laat ze daar zullen zijn. Hij belt. Die afspraak gaat blijkbaar niet door. Maar ergens in dat gesprek regelen we een afspraak in een restaurant een uur later en vieren we zijn promotie. Mijn afspraak voor die avond wordt zonder veel nadenken, al ben ik er me van bewust, geannuleerd.

Hij en ik aan een tafel in een plek waar we altijd graag hebben gezeten. Carpaccio delend en klinkend met een glas cava. Lachen en zelfs ontroering door zijn oma die belt. En er rollen een paar tranen omdat ik er de schoonheid van zie. Wederzijdse ontroering door dat moment. En we rollen in een gesprek dat plots 'over ons' gaat. Over dat gevoel dat weer naar boven is gekomen op die reis en de vragen, de angst die er bij bestaat. Hij die zegt niet meer terug dat gevoel waar het allemaal op fout is gelopen te willen tegenkomen, die twijfel.

We lopen over straat, los pratend en tegelijkertijd voel je de spanning waar we eens thuis aan toegeven... Twee lichamen, een lamp die enkel brandt in de keuken en een zetel om op te huizen. En nu... Elkaar vasthouden, innig en denken, voelen... en nu?... We zitten beiden in een spiraal, alles vliegt door twee bovenkamers... Ik weet wat ik voel en ik weet wat doorweegt... Graag zien.

Eerder op de avond vroeg ik hem: 'stel... ik, aan de andere kant van de wereld, kom iets tegen en bel je op... Zou je de wereld oversteken?'. Hij moet daar amper over nadenken en over de 'ja' die ik krijg bestaat geen twijfel. En nu, later op de avond, kijk ik hem aan, daar, in de nacht vol gevoel, vol twijfel en zeg hem: 'ik zou de wereld ook oversteken...'

Bijna 4u 's nachts... Alleen in mijn bed en we weten dat het alles of niets is nu... We weten het... maar ik weet niet waar we gaan uitkomen. Zondag planden we een ontbijt, een tentoonstelling en een dansvoorstelling... En nog voor er ooit sprake was van vanavond bedacht ik me: misschien ligt daar ons afscheid wel na zo'n dag... Omdat ik diep vanbinnen wist dat we het niet konden maken telkens tegen dat gevoel te blijven aanlopen. En dan was er vanavond... Dan lig ik wakker op een moment dat ik nooit had gedacht dat het me zou overkomen...

En nu...

1 opmerking: