zondag 18 september 2011

zondag

Op zes dagen tijd ben ik 3 kilo kwijt...
Of hoe een lijf de weerbots voelt en alles in verbinding staat.
Ik, de emo-eter van formaat die dat probleem al maanden probeerde te doorbreken slaag er nu als de beste in.
Eten zegt me weinig...

Mama sleurde me vrijdag mee de stad in hier. Achteraf iets drinken en ze forceerde me om een pannenkoek te eten. Zelf at ze niets, ze was niet goed, had tevens een hele nacht wakker gelegen... De tol van mama zijn. De pannenkoek lag meteen op mijn maag... Die wederom draaide.

Het gestarte dieet van half juli heeft er alleen maar voordeel bij, al weet ik dat dit zich moet gaan keren.

Donderdag, na het schrijven van de vorige post, ben ik volledig gebroken... Ik herinner me niet dat ik in mijn leven zo leeg ben geweest. Pijn, verdriet, allemaal bekend maar dat gevoel van donderdagmorgen was angstaanjagend, al was ik niet in staat om angst te voelen. Ik belde mijn moeder. Mijn vader nam op maar ik wou mijn mama. Huilend hing ik aan de telefoon en dat maakte haar alleen maar bang. 'Waar ben je?' en ze herhaalde dat een aantal keren. Meer dan een uur later stond ze hier maar ik was veilig thuis eens ik dat telefoontje gepleegd had. Zo voelde het... 'veilig'.

Ik en mama zijn niet de beste praters... Dat bleek nog maar eens. Ik wou alleen maar dat er iemand was en ze was er. Ik zat daar maar, in de zetel, met een pijn die letterlijk hartverscheurend was. Na een tijd nam ze me mee, mee weg van hier, naar mijn zus waar ook papa was. Ik ben daar in de grote tuin opgevangen, op de schouders van mijn vader en mijn zus die me knuffelde, huilend en steunend op die mijlpalen uit mijn bestaan. Er werd een zetel klaar gezet die goed was voor mijn rug en met jas en al en nog een deken erbij bleef ik het door en door koud hebben. Zo zat ik daar, de hele voormiddag, alleen, met een hond die constant troost bood en waarvan de ogen duidelijk maakten dat ze wist dat ik verdriet had. Met een poes die voor me zat, die naar me toe wilde om troost te bieden, was het niet dat ik angst heb van katten en ik haar dus op een afstand hield.

Leeg, leger, leegst... Ergens tegen de middag vroeg men me iets te komen eten. Een halve boterham, meer lukte me niet. De familie als een goed geoliede machine in gesprek en ik zat daar, in mijn veilige haven, woordenloos. En ergens toen kwam het terug boven: ik wil alleen zijn. Dus bracht zus me terug naar huis. Ik had slaap nodig, slaap. Mijn bed. Het is me toen gelukt 1 uur te slapen. Meer was niet mogelijk.

Ergens tegen de avond koos ik voor de televisie en startte ik een opgenomen aflevering op de recorder. Tot de telefoon overging. Je kijkt en je twijfelt even... Zou ik opnemen? Maar je neemt op.

Hallo... zeg ik met een kleine stem
Hallo... zijn stem is niet veel groter

Of hij de gsmkabel die ik had gevraagd van me en die nog bij hem lag toch mocht komen afgeven in plaats van in mijn brievenbus te steken zoals ik gevraagd had. 'Je bent welkom', zei ik. We logen allebei niet hoe moeilijk de dag ons was gevallen en een half uur later reed hij de oprit op.

Stilte, zoeken naar een vest om het warm te krijgen en de simpele vraag: 'een thee?'. En zo belandden we op mijn zetel en begon er een mooi gesprek. Twee uur lang communicatie in alle rust. Omdat je weet dat vijandigheid, stoere woorden en al de rest van die dingen geen hulp bieden in momenten als deze. Enkel de kalmte en de rust, de nodige stiltes, houden de boel in gang.

Dat hij geen stilte wil. Dat hij het gewoon niet weet... Dat hij verliefdheid wil voelen... We zijn gestart op basis van een heel intense vriendschap, anders dan anderen dus... Maar dat kwam door onze voorgeschiedenis, door het feit dat daar geen emotionele ruimte voor was toen... Maar als hij er terug in schuift wil hij schuiven op een roze wolk...

We nemen afscheid, blij met de babbel, blij met de dialoog die er terug is. Zonder verdere afspraken. Zonder gebruikelijke zoen bij het buitengaan, etc. De vrijdag is stil en tegen de avond denk ik... Als hij wil dat hij er niet alleen in staat in die stilte, dan kan ik maar moeite doen. Denkend dat hij thuis aan het werk was zoals hij had gezegd, bel ik hem en stel ik voor samen een hapje te eten in mijn tuin (er staat nog lasagna die we eerder deze week maakten bij hem in de frigo). Hij blijkt niet thuis te zijn maar op zijn ander werk... Buitenland... Een goed plan, zegt hij, maar er zijn dus praktische bezwaren. En ik besef dat dit telefoongesprek daardoor in feite overbodig is. En toch praat je verder, zeg je dingen die je niet wil zeggen en hou je je hart vast... Druk je op rewind en rewind en wil je niet dat dit telefoongesprek een eigen leven gaat leiden. We krijgen er uiteindelijk terug grip op en ronden na een uur ook af... Maar toch, mijn hart... Dat het over is krijgt hij niet over zijn lippen... Maar toch, wat is dit dan?

Zaterdag... en ik zwijg. Ik zwijg, probeer mezelf in gang te houden achter mijn naaimachine en het lukt maar toch... traag, langzaam, in horten en stoten... Bezig blijven, miss, bezig blijven. Tegen de avond komt zus me volgens afspraak halen voor een avondje film. Ik shot mezelf buiten. Ik kan terug in kleedjes waar ik al lang niet meer in kan en ik besluit die aan te doen, kwestie van dat deel van mezelf niet te verwaarlozen.

In de auto eet ik een koek en zus kijkt naar me: 'je eet toch wel he?'. Ik geef toe dat het weinig is... Cornflakes is wat ik binnen kan houden, zeg ik haar. Zij... tsss: ldvd? En mijn tranen wellen al op bij dat domme woord. 'Ja, lach er maar een beetje mee', zeg ik haar en ze schiet hard in de lach: 'je weet dat je dat niet mag zeggen tegen me, antwoordt ze, dan moet ik zeker lachen' en ik lach mee.

Avond, terug thuis en liggend in bed. Slapen zal voor later zijn. Plots een sms... Hij... Ik staar even naar dat scherm voor ik open... Hij had wat gewerkt, maar toch was het een vreemde dag... Slaap zacht, voegt hij er nog aan toe.

En ik staar... wel 20 minuten lang alvorens ik antwoord. Allerlei antwoorden schieten door mijn hoofd, de ene al voorzichtiger, de andere al stouter en ik weet het niet... Het wordt uiteindelijk 'Slaap zacht. En als morgen nog vreemder mag en er is ruimte voor hooverphonic, i'm in'.

De slaap wordt gevat, wederom in pozen... In totaal 5 uren vannacht en daar ben ik ruim blij mee. De zondagochtend is zelden zo leeg geweest. Een bed alleen, een gemist ontbijt... En tegen een uur of half elf houd ik het niet meer en denk ik: ik weet dat het fout is maar toch bel ik hem. Na enige keren neemt hij op. 'Hij had me ook willen bellen vandaag. Hij zou graag samen naar Hooverphonic gaan'... 'Dan doen we dat gewoon', zeg ik hem. En wat met eten, vraagt hij, die lasagna komt stilaan mijn oren uit. Ik lach. Ok, iets kleins dan omdat ik ook toegeef dat eten niet echt mijn ding is dezer dagen en het me moeite zal kosten. Iets kleins, ok.

17u45 bij mij?
17u45. Ik zal er zijn, zeg ik hem.

1 opmerking: