woensdag 30 maart 2011

Over (-) stromen

Ik ontwaak, stuur een sms en krijg niets terug en mijn kleinzerig hartje begint dan al te boenken. Je hijst jezelf uit je bed, wachtend op dat verlossende gsmgeluid maar er komt niets. Dan maar naar je werk en gewoon starten aan die nieuwe week. Elke dag is een dag minder, elke dag denk ik dat opnieuw. Mijn hoofd probeert zichzelf te sussen en de overload aan telefoons, vragen en mensen die mijn bureau platwalsen doen dat even op de achtergrond verdwijnen doch niet vergeten.

Ik adem hem.

Er staat iemand aan mijn bureau met een vraag en achter me gaat mijn gsm… In gedachten lach ik en tegelijk probeer ik mijn concentratie te behouden. Eens terug alleen kijk ik en warm ik helemaal op van binnen. Mits een netelige situatie, alsof ik ze van ver voelde, is alles nu in orde en ik haal opgelucht adem.

Ik ontlucht door hem.

Het hart bonst nog enige tijd na. Rond de middag tref ik hem online en weer gaat mijn hartslag omhoog. Hij geeft toe dat het elke keer een beetje hopen is als hij skype open trekt. En ik trek met mijn beide handen aan mijn kaken omdat ik vrees dat ze ooit zo blijven staan. Tegelijkertijd vliegen mijn vingers over het klavier. Zijn ‘kusje’ op het einde veeg ik met felle hand weg en ik deel hem mee dat ik een ‘KUS’ verwacht als hij terug is en met een ‘kusje’ geen genoegen neem. Prompt verschijnt ‘ik ben niet van plan me in te houden’… En vanbinnen huppelt een kleuter op en neer door mijn hart.

Ik ben een kleuter.

Weer een nacht, weer een getal minder in mijn hoofd. Ik tel de dagen zoveel keer per dag ook nog eens na. Bang dat ik mijn rekenkundig talent verloren heb en me zou vergissen, gebruik ik daar zelfs mijn vingers bij. Vandaag kan ik het op twee handen.

Ik heb twee handen.

Werken, werken… ik probeer daar de nodige concentratie te vinden om de dagen sneller vooruit te laten gaan. En plots valt daar een mail binnen… Weer die verwondering, weer die bewondering…  En ik lach en ik mail terug. En ik herlees zijn mail en blijf herlezen…

Ik lees hem.

Later valt mijn baas binnen om een vergadering te plannen. ‘8 april is nog vrij zegt hij’ en ik roep bijna: ‘dat bestaat niet’ en hij schrikt en kijkt me aan en ik schrik van mezelf… Oeps… Sorry en ik herpak me: ‘Dat mag je echt niet van me vragen. Na een maand is mijn vriend dan eindelijk thuis en ik kom echt niet werken dan’. Hij bladert naarstig verder in zijn agenda op zoek naar een andere datum en herhaalt een paar keren: ‘natuurlijk niet, natuurlijk niet’… En mijn hart vindt terug rust.

‘Wij’ bestaan.

Ik neem een paar uren vrij, werk verder aan een kleedje waar niemand het bestaan van af weet en haast me naar de kine. Ik kruip van de tafel, zet me in mijn auto en kijk even op mijn gsm die op stil stond. En daar prijkt zijn naam… Weer een update, weer James Blake in zijn oren… Ik moet weer op mijn tanden bijten om die tickets niet te verklappen… Maar ik weet nu al hoe hard ik scoren zal.

There’s no limit to my love.

Er is geen moment in de dag dat hij niet bij me is. In het bed, zelfs met mijn ogen toe in de morgen, in de badkamer, in de keuken, bij het strijken, in de auto, op mijn werk, in het kleinste kamertje van het huis, op cafĂ©… Alsof hij door mijn aderen stroomt.

Hij stroomt door mij.

En ik wacht en verlang naar al die kleine dingen die ik koester en die ik in gedachten zie. Tegelijk vraag ik me af hoe het weerzien zal zijn. Dat scenario flitste al x aantal keren door mijn hoofd. Tranen, blijdschap, zenuwen, knarsetanden tijdens het wachten,… Ik weet het niet.
Morgenvroeg als ik wakker word zijn het nog 9 dagen…

Nog 9 dagen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten