zondag 23 oktober 2011

over de goudvis en thuiskomen

Vrijdag en ik word weer onzeker. Geen communicatie op donderdag en dat vreet aan me op vrijdag. Vrijdag is eindelijk vakantie, na twee jaar wachten heb ik nog eens vakantie. En toch, ik ga het met een vreemd gevoel tegemoet op vrijdag.

Gevoel en alleen zijn doen rare dingen met een miss en dus stuur ik ergens richting de nacht een sms naar het oosten en geef ik erin toe dat ik hem gemist heb. En hoewel ik dadelijk antwoord terug krijg en dat begint met 'leuk je te horen', was het geen 'ik u ook' en geeft het me zorgen.

Zaterdag, ergens tegen de middag trek ik mijn gloednieuwe rode jas aan en wandel mezelf naar buiten, de zon tegemoet, de stad in. Ik voel dat het me deugd doet. Ergens in de namiddag beland ik bij vrienden waarvan de vriendin belooft heeft me de tricks in make up te leren. Zij is zelf telkens een plaatje en ik heb er amper verstand van. Al weet ik dat het opgemerkt wordt maar verder dan mijn ogen geraak ik meestal niet. Dus zet ik me gewillig op een stoel in hun woonkamer, lachen we bij elke blik in de spiegel en voel ik achteraf dat ik er beter uit zie. Met een lijstje met meer dan tien producten weet ik waar ik in mijn vakantie fortuinen ga aan uitgeven.

We praten nog wat na aan de tafel, over hem. En ergens besef ik dat ik zijn goudvis nieuw water ga moeten geven, zoals ik beloofd had gisteren. Vriend voelt ineens dat hij geland is en met een snelle blik via het internet wordt dat bevestigd. Ik trek mijn jas aan en ga op weg, naar zijn goudvis.

Weer dat gevoel, het binnenkomen, de trap op, dit keer in het donker en de sleutel draai ik in het slot. Op dat moment gaat mijn gsm en ik weet het... En ik haast mezelf in de hoop niet te laat te zijn maar ik krijg hem op tijd te pakken in mijn handtas.
En ik lach, even blijf ik lachen... Hey hey.
Zo grappig... ik doe net de deur van je appartement open...
En? Leeft ie nog...
Wacht, ik kijk... oef... ja!
Ik bel je om te zeggen dat ik veilig geland ben...

En we praten nog even verder, terwijl hij op zijn bagage staat te wachten en binnenin komt er een rust over me. Hij is veilig terug... En hij belt me onmiddellijk... en hij lost mijn vragen op van wanneer en of we gaan afspreken in verband met New York door daar zelf aan te denken zodat ik alleen maar 'ja' en 'kom maar naar hier dan na je werk, maandagavond past' hoef te zeggen... Over dat ik een make-upsessie heb gehad bij vriendin en hij die 'echt' zegt, waardoor ik weet dat hij het cool vindt. Over 'blij zijn' dat hij terug is... En hij lacht.

Later begeef ik mezelf naar de winkel, en loop ik met een gerust hart naar de tram. De vis is in orde en hij ook. En wanneer ik mezelf de vraag stel of hij zijn bagage heeft, vertelt mijn gsm dat hij vloekt want hij blijkt geen trein te hebben van Amsterdam naar Brussel maar een vliegtuig en hij had dat niet gezien. En ik bel hem. En hij neemt niet op. En ik bel hem nog eens, en hij neemt nog niet op. Dus stuur ik een sms en net wanneer die weg is belt hij me...

Het is toch te onnozel dat je daarna nog eens een trein moet nemen naar Brussel om dan nog naar huis te treinen?
Hij vloekt, dat het onnozel is, onecologisch, etc en dat ze dat volgende keer toch beter moeten regelen.
Ik ben daar op 25 minuten en dan ben je gewoon op tijd thuis. Laat me gewoon je vluchtnummer weten zodat ik weet wanneer je landt en dan zal ik er zijn.
Hey, bedankt he!

En zo verliep mijn zaterdagavond helemaal anders dan ik hem me had ingebeeld en reed ik iets voor 22u naar Zaventem om daar in de aankomsthal, met rode jas en een groen lijntje boven mijn ogen, te staan wachten. Hij zwaaide toen hij de deur nog door moest en me al zag... Hij baande zich een weg tussen de andere reizigers en daar stonden we, knuffelend...
Oh, wat doet het goed dat er iemand me opwacht, zei hij.
En we gingen nog even door... Een zoen en lopen naar de auto.

Je ziet dat je bent opgemaakt.
Ik fronste mijn wenkbrauwen, begreep niet wat hij wilde zeggen en toen snapte ik het.
Dat groene lijntje, ik heb het nog nooit bij iemand gezien maar het past echt wel. En je lippen zien roder...

En we waren weer vertrokken... Pratend in de auto en af en toe ook zwijgend. Hij had een hele dag reizen achter de rug en zag er zichtbaar moe uit. Af en toe keken we naar elkaar, ik knikte en zei: je bed, bijna. Ik reed verkeerd om god weet welke reden, diende te draaien en bracht hem veilig thuis.

Ik stapte mee uit terwijl hij zijn bagage uit de koffer nam, mijn auto op vier pinkers voor zijn voordeur. En daar volgde de volgende knuffel. Hij die me nog steviger vast knuffelde en 'hmm' zei een paar keren.

Bedankt he, zei hij.
Dat is heel graag gedaan en dat weet je.
Volgende week zitten we in New York en dat gaat leuk zijn, zei ik in zijn oor.
Hij hield me vast.

En net na het loslaten volgde er nog een korte zoen, omdraaien en mijn auto in. Even kijken of hij binnen geraakt en na zijn zwaai geef ik gas...

Naar huis toe... met de glimlach.

1 opmerking: