dinsdag 2 november 2010

Er is enkel vandaag...

De eerste ochtend samen wakker worden is altijd iets raars… In totaal sliep ik die nacht een minuut of 25, zelfs niet aan elkaar, terwijl hij duidelijk dieper weg was en in alle rust de nacht haar definitie gunde. Ik lag wakker… Mezelf duizend en één vragen stellend… En hoe meer de ochtend vorderde en het wekkersignaal nakend was, hoe meer je zoiets had van, laat maar horen die tonen. Wetende dat die tonen het verdere relaas van dat moment aan het licht zou brengen.

De wekker gaat, de ogen zijn gesloten, de glimlach plooit zich rond mijn mondhoeken als hij even de zone aan mijn sleutelbeen aanwrijft alsof ik die wekkertonen niet gehoord zou hebben…

Rustig, de ochtend was rustig… Stiltes of zinnen die er niet toe doen lachten zich de ochtend in. Een hoofd dat hoofdpijn had van al dat denken, een hele nacht lang al. Zijn ogen open en rustig starend naar het plafond. Opstaan moest hij en terwijl ik me nog even wentelde in de dons verkende hij de badkamer.

Trap af, koffie zetten en daar staan in de keuken met mist die doorheen mijn tuin hing en vanuit de badkamer voor hem het beeld van de Ardennen had opgeroepen… En dat in het midden van de stad. Hij dronk zijn koffie, we praatten wat algemeen en ik stond daar, leunend tegen een nog warme chauffage. Hij zijn jas aan en het afscheidsmoment… Geen gedachten op dat moment daarover en dan krijg je plots die kus en kus je terug. Je sluit de deur, zegt: tot vanavond, kijkt even naar elkaar en draait de sleutel om.

Daar sta je… in het midden van een woonkamer, twee glazen wijn op de salontafel en een lege fles en kussens in de zetel die overhoop liggen met zichzelf… Het alibi van de voorbije avond. Een avond die zelfs niet in de agenda stond geprogrammeerd… Een avond die zich had ontplooid vanuit een on-the-moment idee voor een museumbezoek met vrienden, zij die door moesten en wij die eindigden in een wijnbar met een bord wortelpuree met worst en een slaatje voor onze neus… De rit terug naar huis, de koffie waar hij geen nee tegen zei en zijn vraag om ‘een filmpje’ . Zijn hoofd dat tegen het mijne zakte en mijn alarmpeil dat weer gigantisch de hoogte in ging… Zijn hoofd dat terug recht ging en ik die direct spijt had… Zijn hoofd dat weer zakte en mijn hoofd dat ook zakte… Na de film verdronken we in de muziek. Tonen die ruimte en weidsheid gaven aan het gevoel. Mijn muur die zich begon te bouwen en hij die me daarin als geen ander aanvoelde wat hem dan weer afremde… ‘Hoe hard kunnen twee mensen rond iets heen draaien’, vroeg hij hardop en ik hoorde het en ik beaamde het maar toch bleef ik zitten… Het moment van overgave kwam ergens in minuut 11 van een nummer dat 25 minuten bleek te duren en dat we zijn lengte niet langer gunden. Het had lang genoeg geduurd.

Ik liep weer naar boven en hulde me weer in de dons, zoekend naar zijn geur. Glimlachen en hoofdpijn… En het ijle voor me. Het ijle met al die herinneringen en flitsen en flarden van de voorbije avond.

Een maandag die wel in de agenda stond. Maandagavond film: ‘Adem’. Hij die familiale verplichtingen had en ik die de dag in bed door bracht, twee uur bijslapend en voor de rest vragend van ‘wat nu’ en genietend van al wat geweest was.

De film, wachtend in de hal… Hij die daar toe komt gelopen. De omhelzing heel even. Twee stoelen op de tast in het donker, hopende dat je op niemands schoot zou terecht komen. Gevonden. Na de film zochten we de auto, reden we richting een wijnbar in zijn buurt die gesloten bleek te zijn en belandden we bij hem op de zetel. En daar hangt dan dat hele gevoel dat voorzichtig wordt aangeraakt. En ergens raken we elkaar daar kwijt… Communicatie is op zo’n momenten een gevaarlijk medium. Ik trok mijn vest terug aan, hij wou in mijn ogen kijken. Ik zei dat ik niet kon terugkijken met tranen… Maar keek later toch af en toe. Er moest een brug aangelegd worden vanuit mijn mond en ik kon er maar niet over… Maar vond ze toch, zei het toch… En stond aan de overkant en toen bleek dat ik de dingen verkeerd had begrepen…

Was het mijn onderbewustzijn dat eigen woorden had gebouwd? Was het het patroon dat we allebei kenden en waar we allebei ooit al eens hadden gestaan dat mij, vanuit mijn kennis, antwoorden had gegeven zonder te luisteren naar zijn idee hierover? Rewind dacht ik, rewind.

Ik stopte, vond de juiste woorden, vroeg terug insteek van hem en zo rolden we terug simultaan. Met een grote bocht en een enorm bevreemdend en beklijvend gevoel  wist hij me te vertellen dat hij het niet wist… Dat hij me geen ‘ja’ of geen ‘nee’ kon geven en dat hij het gewoon niet wist… Ik verfoeide het dat ik ergens ‘nee’ had gehoord in de zinnen ervoor, vond terug mijn rust en zei dat ik het ook helemaal niet wist. Dat ik net daar een hele nacht van had wakker gelegen van die vraag of dit het nu is… Hij was bang om hierin verder te gaan en me uiteindelijk te kwetsen. En op dat moment vond ik mezelf weer en vertelde ik hem in een paar minuten van zekerheid dat ik geen bang had om op mijn bek te gaan. Dat het kon gebeuren, dat het al gebeurd was maar dat ik daar enorm veel uit geleerd had… Dat ik geen ‘ja’ of ‘nee’ vroeg… Dat ik alleen maar eerlijkheid wou en dat als hij nu een ‘nee’ voelde ik zou opstaan en me omdraaien, dat ik dat wel geleerd had in al die jaren. Maar hij voelde geen ‘nee’… hij wist het gewoon niet…

Ik moest weg, ouders kwamen me nog halen wegens kiné morgen en ik voelde me terug een tiener met een uur om thuis te komen. Maar het gesprek had lucht nodig en buiten zijn deed goed. Hij vroeg hardop of we nu volwassen waren of echte pubers... De auto, de sigaret die even verloren raakte en waar we beiden naar zochten op de bodem en hij die opmerkte dat hij altijd zo onhandig werd als ik in zijn buurt was. We lachten want dat werkte in beide richtingen zo.

Muziek, mist en wij twee… Mijn hart was opnieuw rustig. Arriveren, bijna uitstappen en zeggen: ‘weet je wat wij moeten doen… Jij moet me af en toe afremmen en ik moet af en toe zeggen dat we goed bezig zijn. Want we zijn goed bezig, we zijn eerlijk.’ Hij knikte. Zijn hoofd leek zwaar en ik zoende hem op de wang en stapte de auto uit.

Ik zonk voor de tweede keer op rij in de nacht met een bonkend hoofd. Een bruistablet later, ouders die in het holst van de nacht me bij mijn huis vandaan haalden en het kussen dat enige tijd later de slaap bood die ik nodig had…

Een nieuwe morgen en ik kijk naar het scherm… Ik leer. Elk moment en ik wist dat ik dit niet met woorden wou vertalen. Niet dit gevoel. Het was aan mij. Ik drukte en er werd vrijwel onmiddellijk opgenomen. ‘Heyhey’…

Wat volgde was een schoon telefoongesprek. Wederom in alle eerlijkheid… Dat ik toch even wilde bellen want dat gisteren een beetje raar was geweest in het moment ertussen toen ik het verkeerd begrepen had maar dat we wel goed waren geëindigd… Hij voelde het ook zo en maakte de opmerking dat we beiden gevoelens proberen rationaliseren en dat dat heel gevaarlijk is… We weten dat we allebei zo in elkaar zitten. Hij merkte alleen op dat je jezelf op een moment alleen los moet laten en smijten in een relatie om vooruit te komen. We weten dat er lintjes moeten doorgeknipt worden, stap per stap, opdat je jezelf meer kan smijten. ‘Dat klinkt als een feest’, zei ie… en ik lachte. ‘Hey, het leven is een feest he’, zei ik.
En hier staan we dan… Niet wetend… Wetend dat we veel ratio en daardoor ook veel fantasie hebben en dat daar ons gevaar in schuilt van daarin te gaan wonen… Wetende dat alles overdacht kan worden maar dat het enige wat er is enkel vandaag bestaat. In wat er komen gaat is er geen morgen… Enkel vandaag en al de rest is onzeker…

En ik adem…

2 opmerkingen:

  1. Voel... en ga...

    En vooral... blijven ademen!

    Ik wens jullie mekaar toe,
    in alle eerlijkheid...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat schrijf je weer mooi en zo eerlijk ... *glimlach*

    BeantwoordenVerwijderen